2. Veeg over het HOME-scherm en tik op
Het bedieningspaneel gebruiken
3. Tik op Energiebespa- ringsinstellingen (Energy saving settings).
4. Geef de gewenste instellingen op.
A. Tik hierop om op te geven na hoeveel tijd het apparaat automatisch moet worden uitgeschakeld
wanneer gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd of geen
afdrukgegevens naar het apparaat zijn gestuurd.
Opmerking
• De instelling voor automatisch uitschakelen kan in de volgende omstandigheden niet worden
opgegeven.
• Wanneer u het apparaat via een netwerk gebruikt en de netwerkverbinding is
ingeschakeld
Hier kunt u de status van de verbinding van de Lijst instellingen draadl. LAN (WLAN
setting list) controleren in LAN-instellingen bevestigen (Confirm LAN settings) bij
LAN-instellingen (LAN settings).
• Als Beschrijfbaar van USB-pc (Writable from USB PC) of Beschrijfbaar van LAN-pc
(Writable from LAN PC) is geselecteerd voor Lees-/schrijfkenmerk (Read/write
attribute) onder Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings).
B. Tik om de instelling te selecteren.
Als u AAN (ON) selecteert, kan het apparaat automatisch worden ingeschakeld wanneer een
scanopdracht van een computer of afdrukgegevens naar het apparaat worden gestuurd.
C. Tik om de instellingen te bevestigen.
ECO-instellingen (ECO settings).
271