6.
Na het laden wordt de LED (oranje) groen. Dit betekent dat de batterijen volledig zijn geladen.
De batterijlader heeft een elektronische schakelaar dat de stroom afsluit wanneer de batterijen
volledig zijn opgeladen.
8.
Trek de stekker van de lader uit de laadbus van de scooter. Uw scooter is terug klaar voor
gebruik.
Laad de batterijen van Uw scooter, volgens de beschrijving hierboven, op. Als U de batterijen
te vroeg oplaadt, zullen ze geleidelijk aan hun capaciteit verliezen, en de reisafstand van Uw
scooter verminderen.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van verkeerd laden.
Gebruik enkel de originele batterijen. We zijn op geen enkele manier aansprakelijk voor
schade die werd veroorzaakt door batterijen die niet door ons werden geleverd.
Stel de batterijen niet bloot aan temperaturen lager dan 5° Celsius of hoger dan 50° Celsius.
Alle aansprakelijkheid van de fabrikant als eender welke claim vervalt, indien de batterijen
worden geopend.
Wanneer de batterijen beneden een minimum batterijcapaciteit bij volledig ontlading komen, is
het niet meer mogelijk om de batterijen terug op te laden.
De batterijlader mag enkel binnenshuis gebruikt worden. Stel de batterijen niet bloot aan
regen of vloeistoffen.
Bedek de batterijlader niet. De batterijlader moet goed geventileerd worden.
Als U beslist Uw scooter voor een lange periode niet te gebruiken, moet U hem toch regelmatig
opladen om ervoor te zorgen dat hij altijd klaar is voor onmiddellijk gebruik.
Als de batterijen voor een lange periode niet worden gebruikt, ontladen ze langzaam zichzelf
(volledig ontladen). Zo wordt het onmogelijk om ze te herladen met de voorziene batterijlader.
Wanneer batterijen niet worden gebruikt, moeten ze minstens elke 4 tot 8 weken worden
herladen (afhankelijk van de laadindicator).
Als U de batterijen te vaak oplaadt, zullen ze uiteindelijk hun capaciteit onherstelbaar
verliezen.
Gebruik enkel de meegeleverde batterijlader en geen andere laadapparatuur.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van verkeerd laden.
De laadcyclus mag in ieder geval niet worden onderbroken. De batterijlader geeft een signaal
als de laadcyclus is voltooid.
N.B.: Er kunnen ook andere batterijladers worden geleverd dan de hierboven beschreven
versie. Gebruik in dit geval de respectievelijke gebruiksaanwijzing van de batterijlader.
3
Montage en instellingen
De in dit hoofdstuk beschreven instructies zijn bestemd voor de vakhandelaar en de gebruiker.
Om een servicepunt of vakhandelaar in Uw buurt te vinden, neemt U contact op met de dichtstbijzijnde
Vermeiren faciliteit. Een lijst van de Vermeiren faciliteiten zijn terug te vinden op de laatste bladzijde.
L
WAARSCHUWING: Risico bij onveilige instellingen - Gebruik enkel de instellingen
beschreven in deze handleiding.
L
WAARSCHUWING: Kantelgevaar - Variaties van de toelaatbare instellingen kunnen de
stabiliteit van Uw scooter beïnvloeden (naar achteren of op zij kantelen).
L
WAARSCHUWING: Gevaar voor letsel - Controleer dat alle sterknoppen, hendels, bouten
goed zijn vastgemaakt alvorens te rijden met Uw scooter.
3.1
Gereedschap
Om de scooter te monteren is geen gereedschap nodig.
Pagina 17
Oberon
2014-04