Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Rijden Door Deuropeningen; De Scooter Rijden Op Oprijplaten; Besturing - Vermeiren Oberon Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Neem een daling altijd recht. Anders kunnen de wielen loskomen van de grond (gevaar voor
kantelen). Wanneer één van de achterwielen loskomt, is er geen krachtoverbrenging meer en kan de
scooter niet meer rijden.
Door het eigen gewicht van de scooter ligt de snelheid bij dalingen hoger. Zet de snelheidsregelaar op
een lagere snelheid en pas Uw snelheid aan de situatie aan.
Vermijd scherpe bochten bij dalingen. Door het eigen gewicht van de scooter kan deze opzij loskomen
van de grond en omvallen.
2.9

Rijden door deuropeningen

L
WAARSCHUWING:
mogelijke snelheid bij het rijden door deuropeningen.
Zet de snelheidsregelaar op een lagere snelheid en pas Uw snelheid aan de situatie aan.

2.10 De scooter rijden op oprijplaten.

L
WAARSCHUWING:
oprijplaten niet.
L
WAARSCHUWING:
schade kan veroorzaakt worden.
L
WAARSCHUWING:
de elektrische scooter worden er grote omgekeerde krachten gegenereerd.
L
WAARSCHUWING:
hoogte van de oprijplaten te geraken. Het frame van de scooter mag niet tegen de
oprijplaten komen.
Wanneer U voor het nemen van hindernissen oprijplaten wenst te gebruiken, dient U rekening te
houden met het volgende:
1. Vraag de maximum belasting van de oprijplaten na bij de fabrikant.
2. Rij de oprijplaten op met de laagst mogelijke snelheid.
3. Zie de instructies in hoofdstuk "Uw eerste rit".

2.11 Besturing

Zet de AAN/UIT sleutel naar AAN  door de sleutel in de horizontale positie te draaien. Om Uw
scooter terug uit te schakelen zet U de sleutel terug in de verticale positie en verwijderd U de
sleutel.
Wanneer U vergeet het contact af te zetten na gebruik, zal er na 5 minuten een korte
pieptoon zijn (3 keer) en de scooter schakelt automatisch uit. Als U Uw scooter wilt
hergebruiken moet je het contact terug aan en uit zetten.
De batterij-indicator  geeft de huidige laadtoestand van de batterijen weer door het aantal LED's
die gaan branden op de indicator. Bij een volle batterij branden alle LED's, wanneer de capaciteit
afneemt gaan sommige LED's stoppen met branden.
Zet de snelheid met de snelheidsschakelaar  naar de gewenste rij snelheid. (De schaal van 1 tot
12 geeft de voortgang weer, niet de snelheid in km / h)
Om de claxon te horen, drukt U de gele claxon toets  in.
Om de voorste en achterste lichten aan/uit te zetten, drukt U op blauwe lichtschakelaar .
Om de waarschuwingsknipperlichten aan/uit te zetten, drukt U op de rode driehoeksknop . De
richtingaanwijzers gaan langs beide kanten branden en U hoort een pieptoon.
Om de rechtse richtingaanwijzer aan te zetten, duwt U de schakelaar  naar rechts. Om de linkse
richtingaanwijzers aan te zetten, duwt U de schakelaar  naar links. Vergeet de
richtingaanwijzers niet uit te zetten na gebruik. U kan deze uit zetten door de schakelaar in de
neutrale stand te zetten. Als de richtingaanwijzers geactiveerd zijn, hoort U een pieptoon.
Houd Uw snelheid onder controle – Gebruik altijd de laagst
Gevaar voor letsel – Overschrijd de maximale belasting van de
Gevaar voor letsel – Kies de correcte oprijplaten zodat er letsel of
Gevaar voor letsel – Opmerking door het aanzienlijke gewicht van
Zorg ervoor dat de wielhoogte hoog genoeg is om over de vrije
Pagina 14 
Oberon
2014-04

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave