Par.nr.
Omschrijving
5.018
Schakel- c.q. modulatiefrequentie
(0.037)
(zie beschrijving op de volgende
pagina's)
5.019
Vector-pauze modulatie
5.020
Quasi blokgolf modulatie
5.024
Transiente motorinductie
5.025
Stator inductie
5.027
Vrijgave slipcompensatie
(zie beschrijving op de volgende
pagina's)
5.028
Flux compensatie uit tijdens
koppelregeling.
5.031
Versterking U-DC regeling
5.032
Nm per Amp.
5.033
Slipcompensatie begrenzing
5.035
Schakelfrequentie niet verlagen bij
thermische overbelasting.
(zie beschrijving op de volgende
pagina's)
5.036
Slipcompensatie filter
5.037
Actuele schakelfrequentie
5.038
Laagste schakelfrequentie
5.040
Voltage boost bij vliegende start
(0.069)
(zie beschrijving op de volgende
pagina's)
5.042
Motorfasen omkeren
5.043
Motor type
(zie beschrijving op de volgende
pagina's)
5.059
Maximum dode tijd compensatie
5.060
Stroom bij max. dode tijd comp.
5.061
Dode tijd compensatie uitschakelen RW,Bit
ID300 Handleiding versie 2.2
ID300 menu 5
Motormap
Type
Eenh.
Fabr.
progr.
RW,Txt
kHz.
3
RW,Bit
Off (0)
RW,Bit
Off (0)
RW,U
mH
0,000
RW,U
mH
0,00
RW,B
%
100,0
RW,Bit
Off (0)
RW,U
1
RO,U
Nm/A
RW,U
Hertz
10,00
RW,U
0
RW,Txt
ms
128
RO,U
kHz.
RW,U
kHz.
2
RW,U
1,0
RW,Bit
Off (0)
RO,Txt
RO,U
µs
RO,U
%
Off (0)
Pagina 68 van 146
Bereik
Bijzonderheden
2 - 16
Selecteerbaar zijn:
2, 3, 4, 6, 8, 12 en 16 kHz.
Hogere schakelfrequentie geeft een lager
geluidsniveau van de motor en hogere
thermische verliezen in de drive.
On (1)
Met name 6- en 8-polige motoren kunnen
resonantieverschijnselen hebben bij lage
frequenties en lage belasting. Of motoren bij
nullast of vollast bij nominale frequentie. Deze
modulatievorm geeft een hoger geluidsniveau
van de motor en meer verliezen in de drive bij
lage frequenties.
On (1)
Ter verkrijging van een iets hogere uitgangs-
spanning dan ingangsspanning van de drive.
Toepasbaar bij een lage voedingsspanning of
lange motorkabel. Uitsluitend toepasbaar bij
constant koppel applicaties. Geeft meer
harmonische motorstroom en dus meer
motorverleizen in dit gebied.
500,000
Wordt gemeten tijdens statische autotune.
5000,00
Wordt gemeten tijdens roterende autotune.
±150,0
Belastingsafhankelijk zal de motorfrequentie
verhoogd worden om het toerental van de
motoras constant te houden. Bij 100% is dit
overeenkomstig de motortypeplaat #5.008.
On (1)
Koppelwenswaarde in #4.008 wordt omgezet
naar motorstroom in #4.004. Boven nominaal
toerental kan oscillatie in snelheid optreden
meestal door een verkeerde inhoud in #5.008.
Met #5.028 kan de fluxcompensatie worden
uitgeschakeld om oscillatie te voorkomen.
30
Tijdens het gecontroleerd decelereren (zie
#2.004) of bij ride through (zie #6.003) zal de
tussenkringspanning constant gehouden
worden d.m.v. deceleratie. De versterking van
deze regelkring wordt bepaald door #5.031
500,00
Deze kt factor wordt bepaald aan de hand van
de motordata bij een rendement van 90%.
10,00
Zie bewschrijving volgende pagina's
0
Het thermische model van de ID300 verlaagd
de schakelfrequentie zo nodig om
oververhitting van de IGBT transistoren te
voorkomen. Zie ook #5.038
1
Schakelfrequentie blijft gefixeerd op #5.018
2
Verlagen van de schakelfrequentie is actief
maar de IGBT temperatuur bij lage motor-
frequenties wordt daarbij niet verwerkt.
64, 128,
Het aanpassen van de filtertijd kan oscillatie
256, 512
voorkomen bij een werktuig met een grote
massatraagheid. Raadpleeg tevens de
beschrijving op de volgende pagina's.
16
Diagnose parameter
16
Indien automatische schakelfrequentie
reductie is vrijgegeven kan bij oplopende
thermische belasting de schakelfrequentie
teruglopen tot de laagte frequentie. D.m.v.
deze parameter kan hier een minimum
schakelfrequentie aan toegekend worden.
10,0
Fabrieksinstelling is voldoende voor kleine
motoren. Bij te hoge waarde accelereert de
motor bij vliegende start vanaf stilstand. Bij te
lage waarde is de vliegende start software niet
in staat het motortoerental te scannen.
On (1)
Draaiveld aan de uitgang wordt omgekeerd,
gelijk aan 2 motorfasen omwisselen.
Omschakeling bij Inhibit.
Tijdens productie wordt het motortype in deze
parameter geladen. In fabrieks-instelling wordt
de betreffende motormap in #5.007 t/m #5.010
en #5.087 geladen. De motormap parameters
kunnen daarna nog wel handmatig of via M-
Connect gewijzigd worden.
10 000
Deze parameters worden bepaald tijdens de
auto-tune
100,00
On (1)