Algemene bediening
ABS (Anti-lock Braking System -
antiblokkeringsremsysteem)
WAARSCHUWING! ABS voorkomt dat de wielen blokkeren
zodat de doeltreffendheid van het remsysteem in noodgevallen
en op glad wegdek optimaal is. De potentieel kortere
remafstanden die ABS onder bepaalde omstandigheden
mogelijk maakt zijn geen alternatief voor een goed rijgedrag.
WAARSCHUWING! Houd u altijd aan de wettelijke
snelheidslimiet.
WAARSCHUWING! Rijd uw motorfiets voorzichtig door
bochten. Als u de motorfiets in bochten remt, kan de ABS de
gewichtsoverdacht en -kracht niet tegengaan. Dit kan onveilige
rijomstandigheden opleveren. Bepaalde rijomstandigheden en
omgevingen kunnen de doeltreffendheid van de ABS beperken,
waardoor stopafstanden vergelijkbaar worden met die van een
motorfiets zonder ABS.
4.6
Wanneer de motorfiets stationair draait en de sleutel staat in de
ON-positie, is het normaal dat de ABS-waarschuwingsindicator
(A) op het dashboard gaat branden. De indicator blijft branden
totdat het systeem detecteert dat de snelheid van de motorfiets
boven 3mph (5 km/h) ligt. Daarna blijft hij uit totdat de sleutel in
de OFF-positie en daarna weer in de ON-positie gezet wordt.
Opmerking: het ABS-lampje kan gaan branden als er een groot
verschil bestaat tussen de wielsnelheid voor en achter
(wheelies, doorsmeltingen of los grind). Als dit gebeurt, is het
ABS-systeem niet actief en kunnen de wielen tijdens zwaar
remmen blokkeren. Om de ABS weer in te schakelen brengt u
de motorfiets helemaal tot stilstand, draait u de sleutel in de
OFF-positie, wacht u ca. 5 seconden en vervolgens zet u hem
weer in de ON-positie. Het ABS-lampje moet weer uitgaan als
beide wielen een snelheid van 3 mph (5 km/h) bereiken en
volledige functioneel zijn.