8
Gooi de gebruikte pipetpunten, monsters en reagentia weg
OPMERKING: Telkens wanneer u 10 pipetpunten gebruikt hebt, wordt
deze melding rechts weergegeven nadat de meting is voltooid. Zorg
ervoor dat u de gebruikte pipetpunten in de afvalbak weggooit. Als u het
instrument blijft gebruiken zonder de gebruikte pipetpunten weg te
gooien, dan kan dit een storing in het instrument veroorzaken.
Verwijder de afvalbak en gooi alle gebruikte pipetpunten weg.
1
Verwijder het rek voor pipetpunten en gooi alle gebruikte
2
cuvetten weg.
Of verwijder het gebruikte centrifugecupje uit de centrifuge en
gooi het weg.
Gooi de gebruikte enkelvoudige/meervoudige reagensstrips op
3
de reagensplaat weg.
Plaats de afvalbak en het rek voor pipetpunten terug in hun
4
oorspronkelijke positie.
Als u de bewerkingen niet voortzet, druk dan op de knop
5
De reagensplaat en de centrifuge schuiven naar binnen en
vervolgens gaat het paneel aan de voorkant dicht.
9
Inspecteer de reagensplaat
Lees het hoofdstuk "Dagelijkse reiniging" (pagina 3-8) en controleer
of er zones op de reagensplaat gereinigd moeten worden. Reinig de
reagensplaat indien nodig.
OPMERKING: Als de meting van de dag voltooid is, gooi dan alle
gebruikte pipetpunten in de afvalbak.
Rek voor pipetpunten
Afvalbak
Reagensplaat
.
Reagensplaat
2-3 Meting
D-03
2-15