Samenvatting van Inhoud voor Arkray SPOTCHEM D-03 SD-4820
Pagina 2
Dank u voor de aankoop van onze meeteenheid voor geautomatiseerde systemen met droge chemietechnologie, de SPOTCHEM D-03 SD-4820. Deze handleiding bevat belangrijke informatie over de functies van de SPOTCHEM D-03 SD-4820. Deze handleiding wordt uitgegeven door ARKRAY, Inc. Lees de handleiding zorgvuldig door alvorens het apparaat in gebruik te nemen.
• De informatie in deze bedieningshandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. • ARKRAY, Inc. heeft alles geprobeerd om deze bedieningshandleiding zo goed mogelijk op te stellen. Als u iets tegenkomt dat vreemd of onjuist is, of als u ziet dat er iets ontbreekt, neemt u contact op met de distributeur.
Symbolen De onderstaande symbolen worden in deze bedieningshandleiding en op de etikettering van het instrument gebruikt om uw aandacht op specifieke zaken te richten. Voor de betekenis van symbolen op de etiketten (inclusief de verzenddoos) die hieronder niet worden beschreven, wordt verwezen naar de bijsluiter die in de verpakking is bijgesloten.
Pagina 5
Over de bedieningshandleidingen De volgende bedieningshandleidingen worden bij elk SPOTCHEM D-Concept instrument geleverd. Raadpleeg eerst de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00” en lees vervolgens deze handleiding. Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00 (bedieningseenheid) Raadpleeg eerst de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00”. De SPOTCHEM D-00 is een bedieningseenheid die kan worden aangesloten op een meeteenheid of een bestaand model om de aangesloten eenheid of eenheden te bedienen en te configureren.
Waarschuwings- en gevarenetiketten Op dit instrument zijn meerdere waarschuwings- en gevarenetiketten aangebracht op gebieden die mogelijk gevaar opleveren. Stel u op de hoogte van de mogelijke gevaren waar elk etiket voor waarschuwt en volg de voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden beschreven. ...
Pagina 7
Rek voor pipetpunten Raak het rek voor pipetpunten niet met onbeschermde handen aan. Draag bij het reinigen of onderhouden van het toestel, of bij het instellen van een monster of pipetpunt, beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen. Afvalbak De afvalbak bevat pipetpunten waaraan resten van het monster kunnen zitten.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken ... 1-1 1-1 Overzicht ........... . . 1-2 1-1-1 Kenmerken .
Pagina 9
2-2-3 Bereiding van het reagens ........2-8 ...
Pagina 10
3-5 Instellingen parameters ........3-32 3-5-1 Instelling informatie over de eenheid (Instellen eenheidinfo) .
Pagina 11
Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt basisinformatie gegeven over het uitvoeren van metingen en het gebruik van de onderdelen van het instrument. Overzicht ............1-2 1-1-1 Kenmerken .
Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken Overzicht 1-1-1 Kenmerken Ontwerp van de eenheid De bedieningseenheid en de meeteenheden worden als afzonderlijke eenheden geleverd, zodat u de vereiste meeteenheden kunt combineren voor een optimale systeemconfiguratie. Automatische monstertoepassing De monsters worden automatisch door het apparaat neergelegd en afgegeven.
1-1 Overzicht 1-1-2 Specificaties SPOTCHEM D-03 (SD-4820) Onderdeel Specificaties Configuratie Instrument, accessoires Gemeten objecten Serum, plasma, volbloed Reagens SPOTCHEM D enkelvoudige reagensstrip SPOTCHEM D meervoudige reagensstrip Meetparameter Vermeld in de bijsluiter van het reagens Meetbereik Vermeld in de bijsluiter van het reagens Meetprincipe Eindpuntmethode en reactiesnelheidsmethode met behulp van reflectiefotometrie met twee golflengtes...
Pagina 14
Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken *1: De fabricagedatum is opgenomen in het serienummer, zoals hieronder aangegeven. • 2e en 3e cijfer van het serienummer: De laatste 2 cijfers van het fabricagejaar • 4e en 5e cijfer van het serienummer: De fabricagemaand D-03...
1-1 Overzicht 1-1-3 Meetprincipe Enkelvoudige/meervoudige reagensstrip Licht van de lichtbron LED gaat door het interferentiefilter en wordt monochromatisch licht met constante golflengten. Er zijn in totaal vijf golflengten en de optimale golflengte wordt gekozen op basis van de meetparameter. Het monochromatisch licht wordt door een optische vezel in zeven golflengten gescheiden, waarbij één golflengte naar de fotometrische zone van het referentielicht wordt gestuurd en de overige zes golflengten naar de fotometrische zone van elke meting CH.
Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken Uitpakken De volgende onderdelen worden met dit instrument meegeleverd. Controleer of al deze onderdelen aanwezig zijn. Neem contact op met uw distributeur als er onderdelen ontbreken of defect zijn. OPMERKING: De volgende onderdelen worden niet met het instrument meegeleverd: cuvetten met grijze dop, centrifugecupjes, enkelvoudige reagentia, meervoudige reagentia, elektrolytplaten, controle, magneetkaart voor kalibratie, 2D-code voor kalibratie, gedestilleerd water, zachte doek, 70% isopropylalcohol, beschermende handschoenen en gaasjes...
1-2 Uitpakken 1-2-3 Accessoires verpakkingsdoos Moersleutelset voor het Reinigingsdraad Spuitmondset vervangen van de spuitmond Rek voor pipetpunten Sproeibuis Reinigingsset Afvalbak Centrifugedeksel Onderdeelnr. Inbegrepen onderdelen Beschrijving Hoeveelheid Spuitmondset 1 spuitmond met O-ring Moersleutelset voor het 2 moersleutels, 1 adapter vervangen van de spuitmond Reinigingsdraad Voor het reinigen van de spuitmond...
Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken Namen en functies van onderdelen 1-3-1 Voorkant van het instrument Onderdeelnr. Naam Functie Paneel aan de voorkant Voorkomt invallend omgevingslicht. Opent wanneer de reagensplaat en de centrifuge naar u toe schuiven. Onderhoudsdeksel Kan worden geopend om de spuitmond te reinigen of te vervangen.
1-3 Namen en functies van onderdelen 1-3-2 Achterkant van het instrument Onderdeelnr. Naam Functie Aansluitklem Verbindt de bedieningseenheid met behulp van een aansluitkabel. bedieningseenheid Koelventilator Verwijdert warme lucht uit het toestel om oververhitting te voorkomen. Bevestigingsbeugels Worden gebruikt om dit toestel aan een ander toestel te bevestigen.
Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken 1-3-3 Onderkant van het instrument Onderdeelnr. Naam Functie Deksel van de Open dit deksel om het fotometrische glas te reinigen of fotometrische zone bevestigingen tijdens de installatie te verwijderen. Ingebouwd deksel van de Open dit deksel om de bevestigingen tijdens de installatie te centrifugezone verwijderen.
1-4 Aansluiting en weergave van de meeteenheid Aansluiting en weergave van de meeteenheid De aansluitklemmen ( ) aan de achterkant van de bedieningseenheid die zijn aangesloten op een meeteenheid (of een bestaand model) komen overeen met de knoppen op het bedieningspaneel. De schermpositie van de met de bedieningseenheid verbonden meeteenheid wordt bepaald door de aangesloten aansluitklemmen.
Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken Installatie 1-5-1 Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Lees voordat u het instrument installeert de onderstaande aanwijzingen en neem altijd de juiste voorzorgsmaatregelen. Installeer het instrument onder supervisie van een monteur. • Selecteer een plaats voor het instrument en monteer het op die locatie. Verplaats het instrument niet terwijl de bedieningseenheid of een andere meeteenheid is aangesloten.
1-5 Installatie 1-5-2 Voorzorgsmaatregelen bij het verplaatsen van het instrument Lees voordat u het instrument verplaatst de onderstaande aanwijzingen en neem altijd de juiste voorzorgsmaatregelen. • Zorg ervoor dat de bedieningseenheid en andere meeteenheden niet op het instrument zijn aangesloten. •...
Pagina 24
Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken OPMERKING: Let op dat u de schroeven in het instrument niet laat vallen wanneer u ze verwijdert. Bevestiging (1) Verwijder de Bevestig de afdekking van de fotometrische zone en het schroeven met de kruiskopschroeven ingebouwd deksel van de centrifugezone.
1-5 Installatie 1-5-4 Het instrument bevestigen Gebruik de bevestigingsbeugels op dit instrument om dit instrument aan de bedieningseenheid en andere meeteenheden te bevestigen. REFERENTIE: Zie “1-6-3 Het instrument bevestigen” in de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00” voor meer informatie. 1-5-5 Het instrument aansluiten Zorg ervoor dat de hoofdschakelaar van de bedieningseenheid in de stand OFF staat.
Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken De melding “Opstarten systeem” en de aansluitingsstatus van de meeteenheden worden op het scherm weergegeven. REFERENTIE: Controleer of “D-03” wordt weergegeven op het scherm [Opstarten systeem]. Het statusindicatiescherm wordt weergegeven. Tijdens het opstartproces licht het statusindicatielampje wit op. REFERENTIE: Als u het instrument opstart zonder dat de afvalbak of het centrifugedeksel op het instrument is bevestigd, dan treedt er een fout op.
1-6 Voorzorgsmaatregelen bij het uitvoeren van metingen Voorzorgsmaatregelen bij het uitvoeren van metingen In deze paragraaf worden de voorzorgsmaatregelen voor het uitvoeren van metingen beschreven. Vooraleer u dit instrument voor de eerste keer gebruikt, dient u alle hier vermelde voorzorgsmaatregelen te lezen. 1-6-1 Voorzorgmaatregelen bij de bediening •...
Hoofdstuk 1 Voordat u dit instrument gaat gebruiken 1-6-2 Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met monsters • GA VOORZICHTIG OM MET BLOED. In dit systeem wordt bloed als monster gebruikt. Bloed kan besmet zijn met pathogene micro-organismen, die besmettelijke ziekten kunnen veroorzaken. Bij onjuist omgaan met bloed kunnen de gebruiker of anderen besmet raken met pathogene micro-organismen.
Pagina 29
Hoofdstuk 2 Meting In dit hoofdstuk worden de methoden voor normale meting en kalibratie beschreven. Voor de meting ..........2-2 2-1-1 Batchkalibratie .
Hoofdstuk 2 Meting Voor de meting In deze paragraaf wordt uitgelegd wat u moet weten voordat u met dit instrument gaat meten. 2-1-1 Batchkalibratie 2D-code (informatie over het reagens) staat op de productverpakking van een reagens gedrukt. Wanneer u een reagens van een nieuwe batch gebruikt, scant u de informatie over het reagens met de 2D-codelezer die op de bedieningseenheid is aangesloten om de batchinformatie van het reagens in te voeren en automatisch het verschil per batch en de variatie per dag te kalibreren.
2-1 Voor de meting REFERENTIE: U kunt de magneetstrips in willekeurige volgorde gebruiken. U kunt met elke strip beginnen. Als een strip al gelezen is, verschijnt er een sterretje [ * ] op het scherm. Nadat alle magneetstrips van de partijkaart zijn gelezen, is de magneetkaartkalibratie voltooid.
Hoofdstuk 2 Meting 2-1-4 Meetprocedures De meetprocedures worden in het volgende stroomdiagram weergegeven. Gebruik soortgelijke procedures bij het meten van kwaliteitscontrolemonsters. Neem contact op met uw plaatselijke distributeur voor meer informatie over kwaliteitscontrolemonsters. Inbedrijfstelling van het instrument Zet de hoofdschakelaar op de bedieningseenheid in de stand ON en druk op de knop Statusweergavescherm Controles vóór de meting Zo nodig voor de meting uitvoeren.
2-2 Voorbereidingen voor metingen Voorbereidingen voor metingen In deze paragraaf wordt uitgelegd welke voorbereidingen u moet treffen voor de meting. Let op: de onderstreepte onderdelen zijn niet inbegrepen in het pakket. Maak ze apart klaar. 2-2-1 Instrumentcontroles Hieronder worden de items uitgelegd die moeten worden gecontroleerd nadat het instrument is opgestart. ...
Hoofdstuk 2 Meting 2-2-2 Bereiding van het monster Plaats het monster in de cuvet (monstercontainer) of in het centrifugecupje voor de meting. Gebruik de juiste cuvet voor het te testen monster. Houd er rekening mee dat de gemeten waarden in de toekomst kunnen worden aangevuld of gewijzigd.
2-2 Voorbereidingen voor metingen OPMERKING: Gebruik geen cuvet met groene dop of centrifugecupje om volbloed te meten dat is afgenomen in afnamebuizen die een antistollingsmiddel bevatten. REFERENTIE: De cuvet en het centrifugecupje hebben twee maatstreepjes, zoals hieronder is aangegeven. 530 μL Bovengrens: 565 μL Ondergrens: 495 µL 160 μL...
Hoofdstuk 2 Meting 2-2-3 Bereiding van het reagens Dit instrument gebruikt SPOTCHEM D-reagentia die apart worden verkocht. Dit instrument maakt gebruik van twee soorten SPOTCHEM D-reagentia. Gebruik het type reagens dat het best bij uw meetbehoeften past. Enkelvoudige reagensstrip U kunt één waarde per reagens meten.
2-3 Meting Meting U kunt maximaal 12 waarden tegelijk meten voor elk monster met een SPOTCHEM D enkelvoudige/meervoudige reagensstrip. • Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen. • Veeg voor de ontsmetting van het apparaat het ontsmette gebied lichtjes af met een wattenstaafje of gaasje dat met een ontsmettingsmiddel is bevochtigd, veeg het ontsmettingsmiddel vervolgens af met een wattenstaafje of gaasje dat met water is bevochtigd, en veeg het vervolgens droog.
Pagina 38
Hoofdstuk 2 Meting Monster-ID Om aan het monster een uniek ID toe te voegen dat los staat van het metingsnummer, voert u een monster-ID in. Zie “4-3 Het monster-ID invoeren” in de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00” voor meer informatie over het invoeren van de monster-ID. Selecteer het monstertype en het patiënttype Zie “3-2 Instelling monstertype”...
Pagina 39
2-3 Meting Plaats de pipetpunten in de puntopening. OPMERKING: Raak het uiteinde van de pipetpunten niet met onbeschermde handen aan. Verontreiniging aan het uiteinde van de pipetpunten kan leiden tot onnauwkeurige resultaten. OPMERKING: Het aantal pipetpunten dat voor de meting nodig is, varieert afhankelijk van de combinatie van reagentia die tegelijkertijd worden gemeten.
Pagina 40
Hoofdstuk 2 Meting Als u de centrifuge niet gebruikt Verwijder de dop van de cuvet met het monster en plaats de cuvet in de monsteropening op het rek voor pipetpunten. BELANGRIJK: Verwijder eventuele luchtbellen of folie van het monster. Anders kunnen de resultaten onnauwkeurig zijn. OPMERKING: Als de cuvet in de monsteropening wordt geplaatst zonder eerst de dop te verwijderen, dan zal de spuitmond afbreken.
Pagina 41
2-3 Meting Verwijder de enkelvoudige/meervoudige reagensstrip zonder het reagenskussentje aan te raken. Reagenskussentje Reagenskussentje BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u de enkelvoudige/meervoudige reagensstrip niet vouwt of buigt wanneer u hem uit de folieverpakking haalt. Testen met een gevouwen of gebogen enkelvoudige/meervoudige reagensstrip kan tot onnauwkeurige resultaten leiden.
Pagina 42
Hoofdstuk 2 Meting Meting starten Druk op de knop . De reagensplaat en de centrifuge schuiven terug naar binnen, het paneel aan de voorkant gaat dicht en de meting start. OPMERKING: Open het onderhoudsdeksel of het paneel aan de voorkant niet tijdens de meting.
Pagina 43
2-3 Meting Gooi de gebruikte pipetpunten, monsters en reagentia weg OPMERKING: Telkens wanneer u 10 pipetpunten gebruikt hebt, wordt deze melding rechts weergegeven nadat de meting is voltooid. Zorg ervoor dat u de gebruikte pipetpunten in de afvalbak weggooit. Als u het instrument blijft gebruiken zonder de gebruikte pipetpunten weg te gooien, dan kan dit een storing in het instrument veroorzaken.
Hoofdstuk 2 Meting Kalibratie 2-4-1 Overzicht Partijkalibratie (zie “2-1-1 Batchkalibratie” (pagina 2-2).) Kalibratie door het scannen van de reagensinformatie die is gedrukt op de productdoos van het reagens met de 2D-codelezer. D-03 2-16...
2-5 Het meetresultaat weergeven Het meetresultaat weergeven U kunt het meetresultaat afdrukken en controleren. 2-5-1 Meetresultaat In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het afgedrukte meetresultaat kunt lezen. D-03 2-17...
Hoofdstuk 2 Meting Onderdeel Beschrijving Naam eenheid Datum en tijd van de meting Metingsnummer Monstertype Gebruikte container Als u het centrifugecupje hebt gebruikt voor de meting, dan wordt “Centrifugecupje” afgedrukt. Als u de cuvet hebt gebruikt voor de meting, dan wordt “Cuvet” afgedrukt.
2-5 Het meetresultaat weergeven 2-5-2 Meetresultaat van onderzoekmodus In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het afgedrukte meetresultaat van de onderzoekmodus kunt lezen. Onderdeel Beschrijving Naam eenheid Datum en tijd van de meting Meetresultaat Naam van het item en meetwaarde Meetresultaat van Meetwaarde waarvoor geen eenheidsomzetting en onderzoekmodus...
Hoofdstuk 2 Meting 2-5-3 Meetresultaat van QC-modus In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het afgedrukte meetresultaat van de QC-modus kunt lezen. Onderdeel Beschrijving Naam eenheid Datum en tijd van de meting Meetresultaat van QC-modus Naam van het item en de meetwaarde waarvoor geen eenheidsconversie en correlatiecorrectie wordt uitgevoerd D-03 2-20...
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen In dit hoofdstuk wordt de instelling van het monstertype, het onderhoud, de instelling van de reagensinformatie en de diverse parameterinstellingen op het scherm [Hoofdmenu] beschreven. Zie “Hoofdstuk 4 Menubewerkingen” in de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00” voor meer informatie over het instellen van het metingsnummer, de monster-ID, het meetresultaat en het submenu.
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Overzicht van het menuscherm Druk in het statusweergavescherm op [0] om het scherm [Hoofdmenu] weer te geven. Het scherm [Hoofdmenu] wordt weergegeven. Druk op [0]. REFERENTIE: Zie “Hoofdstuk 4 Menubewerkingen” in de “Bedieningshandleiding van de SPOTCHEM D-00” voor meer informatie over de bedieningsmenu's [1] tot [4].
3-1 Overzicht van het menuscherm Instelling van de reagensinformatie Onderdeel Beschrijving Zie pagina Informatie over • Stelt de correlatiecorrectiefactor van de parameters voor elk 3-23 enkelvoudige instrument in. reagensstrips • Na het instellen van de correlatiecorrectiefactoren voert u verificatiemetingen uit om te bevestigen dat deze correct zijn ingesteld.
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Instelling monstertype In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het monstertype en het patiënttype instelt. Beschikbare instellingen Onderdeel Beschrijving Monstertype Hiermee stelt u het monstertype in dat moet worden gemeten. Patiënttype Hiermee selecteert u het patiënttype dat eerder met de bedieningseenheid werd geregistreerd.
3-3 Onderhoud Onderhoud 3-3-1 Onderhoudsgegevens De datum en tijd van het laatste onderhoud en het aantal metingen dat sindsdien is uitgevoerd, worden weergegeven. Druk op [6] op het scherm [Hoofdmenu]. Druk op [5] op het scherm [Onderhoud]. Het scherm <Onderhoudsgegevens> wordt weergegeven. Datum en tijd van het laatste onderhoud Aantal metingen sinds het laatste...
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen 3-3-2 Onderhoudspunten In deze paragraaf worden de onderhoudspunten uitgelegd. Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene micro-organismen. 70% isopropylalcohol wordt soms gebruikt om het instrument te reinigen. 70% isopropylalcohol is brandbaar. Ga er daarom voorzichtig mee om en houd het uit de buurt van vlammen en elektrische vonken.
3-3 Onderhoud Schermweergave <Onderhoudspunt> Druk op [6] op het scherm [Hoofdmenu]. Druk op [6] op het scherm [Onderhoud]. Het scherm <Onderhoudspunt> wordt weergegeven. D-03...
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Dagelijkse reiniging Klaarleggen: Wattenstaafje, gedistilleerd water, zachte doek, blazerborstel, 70% isopropylalcohol en beschermende handschoenen Selecteer een onderhoudspunt Druk op de knop [ ] op het scherm <Onderhoudspunt> en selecteer [Dagel. reiniging]. Druk op de knop om het paneel aan de voorkant te openen en het instrument uit te schakelen.
Pagina 57
3-3 Onderhoud Reinig de witte/zwarte plaat Til de witte/zwarte plaatafdekking op. Witte/zwarte plaatafdekking Gebruik een zachte, met gedestilleerd water bevochtigde doek om eventuele vlekken op de witte/zwarte plaat te verwijderen. Witte/zwarte plaat Droog de witte/zwarte plaat af met een zachte en droge doek. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat u de witte/zwarte plaat niet met onbeschermde handen aanraakt (waardoor talg op het oppervlak kan achterblijven), druk uitoefent of het oppervlak bekrast.
Pagina 58
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Zet het instrument aan Druk op [4] op het scherm [Hoofdmenu]. Druk op [3] op het scherm [Submenu]. Druk op [2] op het scherm [Onderhoud]. Druk op de knop op het scherm <Inschakelen> en verplaats de cursor vervolgens naar de positie van dit instrument. D-03 3-10...
3-3 Onderhoud Druk op de knop [ ], selecteer [Inschakelen] en druk op de knop REFERENTIE: Het instrument wordt ingeschakeld en de melding “Verbinden...” verschijnt op het scherm. Het scherm [Hoofdmenu] wordt weergegeven. REFERENTIE: Tijdens het opstarten kunt u niet door de instrumentmenu's navigeren.
Pagina 60
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Verwijder de dubbelzijdige tape van de achterkant van het Verwijder vanaf hier reinigingspapier. Plaats het reinigingspapier op de reagensplaat. Reinigingspapier OPMERKING: Zorg ervoor dat het reinigingspapier stevig op de reagensplaat ligt, zonder dat het vervormt of omhoog komt. Voeg ongeveer 200 µL (ongeveer halverwege) gedestilleerd water toe aan de container.
3-3 Onderhoud Verwijder de container en het reinigingspapier Wanneer het fotometrische venster volledig is gereinigd, gaat het paneel aan de voorkant open en verschijnt er een melding op het scherm. Verwijder het reinigingspapier en de container met gedestilleerd water. Druk op de knop .
Pagina 62
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Koppel het instrument los van de bedieningseenheid en reinig het fotometrisch venster Maak de aansluitkabel aan de achterzijde van het instrument los Aansluitklem van de aansluitklem van de bedieningseenheid. bedieningseenheid Verwijder de bevestigingsbeugel. Verplaats het instrument naar een plaats waar u het kunt reinigen.
3-3 Onderhoud Reiniging van de spuitmond (Reiniging sptkop) Klaarleggen: Reinigingsdraad, sproeibuis, beschermende handschoenen, kruiskopschroevendraaier en pincet Zet de spuitmond in de onderhoudspositie en schakel het instrument uit Druk op de knop [ ] op het scherm <Onderhoudspunt> en selecteer [Reiniging sptkop]. Druk op de knop .
Pagina 64
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Bevestig de spuitmond met de spuitmondvergrendeling. Spuitmond- vergrendeling Druk op de knop . Het instrument wordt uitgeschakeld. Draai handmatig aan de bevestigingsschroef van de houder voor het spuitmondonderhoud en verwijder hem, zoals weergegeven op de afbeelding. Bevestigings- schroef Reinig de spuitmond Verwijder de sproeibuis met behulp van het pincet.
Pagina 65
3-3 Onderhoud Steek de reinigingsdraad in de spuitmond en beweeg hem twee of drie keer op en neer om de binnenkant van de spuitmond te reinigen. Gebruik een stukje fijn papier om eventueel vuil van het uiteinde van de spuitmond te verwijderen. Bevestig de sproeibuis Als de sproeibuis verstopt of vervuild is, vervang deze dan door een nieuwe sproeibuis.
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Vervanging van de spuitmond (Verv. spuitkop) Klaarleggen: Spuitmond, sleutelset voor het vervangen van de spuitmond, beschermende handschoenen en kruiskopschroevendraaier Zet de spuitmond in de onderhoudspositie en schakel het instrument uit Druk op de knop [ ] op het scherm <Onderhoudspunt> en selecteer [Verv.
Pagina 67
3-3 Onderhoud Gebruik het grotere uiteinde van de moersleutel om de adapter te draaien en het bevestigingsstuk van de spuitmond los te maken. Draai de adapter met de hand in de richting van de pijl en verwijder de spuitmond. Plaats de nieuwe spuitmond op de adapter. Bevestig de adapter aan de onderhoudshouder van de spuitmond en draai deze voorzichtig met de hand vast.
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Gebruik het kleinere uiteinde van de sleutel om het bovenste deel van de spuitmond vast te zetten en gebruik het grotere uiteinde van de sleutel om de adapter te draaien en verder vast te draaien (ten minste 90°). Bevestig de houder voor het spuitmondonderhoud aan het instrument Bevestig de houder voor het spuitmondonderhoud.
Pagina 69
3-3 Onderhoud Verwijder het centrifugedeksel Druk op de knop [ ] op het scherm <Onderhoudspunt> en selecteer [Centrifugerein.]. Druk op de knop om het paneel aan de voorkant te openen en het instrument uit te schakelen. Gebruik de zeskantsleutel die bij de bedieningseenheid is geleverd om de schroeven waarmee het centrifugedeksel is bevestigd (op twee plaatsen) los te draaien.
Pagina 70
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Reinig de centrifuge Was het centrifugedeksel met water en veeg het af met een doek. Reinig de binnenkant van de centrifuge (inclusief de detectiesensor van het centrifugecupje) met een met water bevochtigde doek. Als de detectiesensor van het centrifugecupje vuil is, OPMERKING: kan er een waarschuwing W-3035 of W-3036 verschijnen.
3-4 Instelling van de reagensinformatie Instelling van de reagensinformatie In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de reagensinformatie kunt invoeren en initialiseren. De beschikbare instellingsparameters worden in de volgende tabel weergegeven. Onderdeel Beschrijving Zie pagina Informatie over • Stelt de correlatiecorrectiefactor van de parameters voor elk 3-23 enkelvoudige instrument in.
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Instellen van de enkelvoudige reagensinformatie Open het scherm <Instellen info één> Druk op [7] op het scherm [Hoofdmenu]. Druk op [5] op het scherm [Instelling reagensinfo]. Druk op [5] op het scherm [Info één]. Stel de enkelvoudige reagensinformatie in Druk op de knop [ ] op het scherm <Instellen info één>...
Pagina 73
3-4 Instelling van de reagensinformatie Voer de correlatiecorrectiefactor en temperatuurinstelling in. Voer de numerieke waarden voor A en B in en druk op de knop . Selecteer de temperatuur en druk op de knop REFERENTIE: Voor bijzonderheden over het invoeren van numerieke waarden, zie “2-3-4 Nummers invoeren”...
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Afdrukresultaat van de enkelvoudige reagensinformatie In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u het afgedrukte resultaat kunt lezen. Onderdeel Beschrijving Naam eenheid Afgedrukte datum en tijd Naam van het enkelvoudig Het reagensnummer en de naam van het reagens worden reagens afgedrukt.
3-4 Instelling van de reagensinformatie Initialisatie van de enkelvoudige reagensinformatie Druk op [7] op het scherm [Hoofdmenu]. Druk op [5] op het scherm [Instelling reagensinfo]. Druk op [6] op het scherm [Info één]. Druk op de knop [ ] op het scherm <Initialisatie info één> en selecteer het enkelvoudig reagens dat moet worden geïnitialiseerd.
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Druk op de knop Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd de initialisatie van de informatie te bevestigen of te annuleren. REFERENTIE: • Druk op [0] om de initialisatie te starten. • Als u de initialisatie wilt annuleren, drukt u op de knop 3-4-2 Informatie over meervoudige reagensstrips (Info meerdere) ...
3-4 Instelling van de reagensinformatie De meervoudige reagensinformatie afdrukken Druk op de knop [ ] op het scherm <Instellen info meerdere> en selecteer de meervoudige reagensinformatie die moet worden afgedrukt. OPMERKING: U kunt de correlatiecorrectiefactor, de compensatietemperatuur of het normale bereik voor een meervoudig reagens niet instellen of initialiseren.
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen 3-4-3 Partij-informatie In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de kalibratiemethode voor elke partij instelt. Onderdeel Beschrijving Instelbereik Standaardinstelling Kalibratiemethode Hoewel [QR] en [Cal.] kunnen QR, Cal. worden geselecteerd, wijzigt u de instelling niet van [QR]. De partij-informatie instellen Open het scherm <Instellen info 1 partij>...
Pagina 79
3-4 Instelling van de reagensinformatie De onderstaande handelingen worden beschreven aan de hand van het scherm [Info één partij] als voorbeeld. Druk op [5]. Druk op [5] op het scherm [Info één partij]. De partij-informatie instellen Druk op de knop [ ] op het scherm <Instellen info 1 partij>...
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen Instellingen parameters 3-5-1 Instelling informatie over de eenheid (Instellen eenheidinfo) U kunt de naam van het toestel op het scherm, het luidsprekervolume en het patroon van het waarschuwingsgeluid instellen. De beschikbare instellingen worden in de volgende tabel weergegeven. Onderdeel Beschrijving Naam eenheid...
Pagina 81
3-5 Instellingen parameters De eenheidinformatie instellen Druk op [5] op het scherm [Instellen eenheidinfo]. De eenheidinformatie instellen. Het geselecteerde patroon van het waarschuwingsgeluid op het geselecteerde volume wordt gedurende ongeveer 3 seconden uitgezonden. REFERENTIE: Voer tekens in het veld [Eenh.naam] in. Zie “2-3-3 Tekens invoeren”...
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen 3-5-2 Modusinstelling Kies uit de afdrukmodus voor meetresultaten, de meetmodus en de centrifugemodus. De beschikbare instellingen worden in de volgende tabel weergegeven. Afdrukmodus Onderdeel Beschrijving Normaal Drukt de normale meetwaarden af. Onderzoek Voegt de meetwaarden van het onderzoek toe waarvoor geen eenheidsconversie en correlatiecorrectie is uitgevoerd en drukt deze af.
Pagina 83
3-5 Instellingen parameters Druk op [6] op het scherm [Instellingen parameters]. Druk op de knop [ ] en kies uit de afdruk-, meet- en centrifugemodi. D-03 3-35...
Pagina 84
Hoofdstuk 3 Menubewerkingen D-03 3-36...
Hoofdstuk 4 Problemen oplossen Als er een waarschuwing, fout of storing optreedt tijdens een meting of bewerking met dit instrument, kan er een melding op het scherm verschijnen. Dit hoofdstuk beschrijft de inhoud van deze berichten en de methoden voor het oplossen van problemen.
Hoofdstuk 4 Problemen oplossen Meldingstypes Er verschijnt een storingsmelding op het scherm wanneer het instrument een storing heeft. Voor deze meldingen bestaan er drie niveaus, afhankelijk van de ernst van de storing. Meldingstype Beschrijving Waarschuwing Weergegeven als “W-30XX”. Volg de weergegeven melding om de storing op te lossen. Als de melding herhaaldelijk wordt weergegeven, schakel dan het instrument uit en neem contact op met uw plaatselijke distributeur.
4-2 Waarschuwingsberichten Waarschuwingsberichten W-3001 Oorzaak Mogelijke oplossing De voorklep of het onderhoudsdeksel werd Controleer of de deksels volledig gesloten zijn. geopend tijdens de meting of de inbedrijfstelling. Er zit iets vast in de voorklep. Verwijder het voorwerp en sluit de voorklep. W-3002 Oorzaak Mogelijke oplossing...
Pagina 88
Hoofdstuk 4 Problemen oplossen W-3004 Oorzaak Mogelijke oplossing Controleer of het rek voor pipetpunten correct in het instrument Het rek voor pipetpunten zit niet volledig op is geplaatst. zijn plaats. Maak het rek voor pipetpunten schoon. Het rek voor pipetpunten is vuil. W-3005 Oorzaak Mogelijke oplossing...
Pagina 89
4-2 Waarschuwingsberichten W-3007 Oorzaak Mogelijke oplossing Het monster of de reinigingsoplossing Verwijder de bellen of vreemde voorwerpen. bevat luchtbellen of vreemde voorwerpen. Het leidingsysteem of de spuitmond is Reinig de spuitmond. verstopt of heeft een luchtlek. Zie “Reiniging van de spuitmond (Reiniging sptkop)” (pagina 3-15) voor meer informatie.
Pagina 90
Hoofdstuk 4 Problemen oplossen W-3010 Oorzaak Mogelijke oplossing Er zijn niet genoeg pipetpunten om te Plaats het aantal pipetpunten dat nodig is voor de meting in het meten. instrument. W-3011 REFERENTIE: De naam en het partijnummer van het verlopen reagens worden op de eerste regel van het bericht weergegeven. Oorzaak Mogelijke oplossing De verlopen enkelvoudige/meervoudige...
Pagina 91
4-2 Waarschuwingsberichten W-3012 REFERENTIE: De naam van het reagens zonder partij-informatie wordt op de eerste regel van het bericht weergegeven. Oorzaak Mogelijke oplossing De reagensinfo voor de enkelvoudige/ Lees de reagensinfo die is afgedrukt op de productverpakking meervoudige reagensstrip of de van de enkelvoudige/meervoudige reagensstrips of elektrolytplaat is niet afgelezen.
Pagina 92
Hoofdstuk 4 Problemen oplossen W-3030 Oorzaak Mogelijke oplossing Het monstervolume is onvoldoende. Het vereiste monstervolume varieert naar gelang van het meetonderdeel. Gebruik een cuvet met een geschikt monstervolume. Er is een onvoldoende hoeveelheid Voeg 200 µL gedestilleerd water toe aan de container. gedistilleerd water voor de automatische reiniging van de fotometrische zone.
Pagina 93
4-2 Waarschuwingsberichten W-3035 Oorzaak Mogelijke oplossing De cuvet of het centrifugecupje is niet Gooi de cuvet of het centrifugecupje weg. verwijderd. De detectiesensor van het centrifugecupje Reinig de detectiesensor van het centrifugecupje. is vuil. W-3036 Oorzaak Mogelijke oplossing Zowel de cuvet als het centrifugecupje zijn Verwijder de cuvet of het centrifugecupje.
Pagina 94
Hoofdstuk 4 Problemen oplossen W-3038 Oorzaak Mogelijke oplossing Het centrifugedeksel is niet goed geplaatst. Bevestig het centrifugedeksel correct op de centrifuge. D-03 4-10...
4-3 Foutmeldingen Foutmeldingen E-3101 Oorzaak Mogelijke oplossing Het instrument is uitgeschakeld tijdens de Druk op de knop meting. Bereid het monster, de reagensstrip en de punt voor en meet opnieuw. OPMERKING: Als het instrument om een of andere reden wordt uitgeschakeld tijdens de meting, wordt deze melding weergegeven tijdens het volgende opstartproces.
Pagina 96
Hoofdstuk 4 Problemen oplossen E-3106 Oorzaak Mogelijke oplossing De enkelvoudige/meervoudige Plaats de enkelvoudige/meervoudige reagensstrip op de juiste reagensstrip is niet correct op de wijze op de reagensplaat. Zorg er ook voor dat de reagensplaat geplaatst. enkelvoudige/meervoudige reagensstrip plat op de reagensplaat wordt gelegd.
Pagina 97
4-3 Foutmeldingen E-3135 Oorzaak Mogelijke oplossing Er zit te veel of te weinig monster in het Het geschikte monstervolume voor het centrifugecupje centrifugecupje. bedraagt 495 tot 565 µL. Controleer het monstervolume en meet opnieuw. Er is een storing opgetreden in de Neem contact op met uw plaatselijke distributeur.
Hoofdstuk 4 Problemen oplossen Storingsmeldingen T-3201 Oorzaak Mogelijke oplossing Een voedingsspanning is abnormaal. Controleer of de aansluitkabel goed is aangesloten. T-3202 / T-3203 Oorzaak Mogelijke oplossing Er is een storing opgetreden in de interne Controleer de installatie-/werkomgeving en gebruik het temperatuurregeling.
Pagina 99
Hoofdstuk 5 Index Index ............5-2 D-03...
Pagina 100
Hoofdstuk 5 Index Index Aansluiting en weergave van de meeteenheid ..1-11 Informatie over enkelvoudige reagensstrips ..3-23 Aansluitklem bedieningseenheid .....1-9, 1-15 Informatie over meervoudige Accessoires .............. 1-6 reagensstrips ..........3-23, 3-28 Accessoires verpakkingsdoos ......1-6, 1-7 Initialisatie van de enkelvoudige Adapter ..............
Pagina 101
5-1 Index Paneel aan de voorkant ........... 1-8 Partij-informatie ..........3-23, 3-30 Patiënttype ............2-10, 3-4 Pipetpunten ...........1-18, 2-10 Printerpapier .............2-5 Puntopening ............2-11 QC ................3-34 Reagens ............1-18, 2-8 Reagensplaat ........vi, 1-8, 2-13, 3-9 Reiniging van de spuitmond ......3-6, 3-15 Reinigingsdraad ............. 3-17 Reinigingspapier ............3-11 Rek voor pipetpunten .........