4 - GEBRUIKSAANWIJZING
BELANGRIJK: vergrendel altijd de zwenkwielen tijdens bedrijf.
BELANGRIJK: waarborg dat er geen papier of lichtgewicht materiaal dichtbij de onderkant van de eenheid licht dat zou
kunnen worden ingezogen in de bodemluchtlinlaat. Wij adviseren regelmatig de vloer rondom de eenheid te reinigen of
te vegen om de levensduur van het voorfilter te verlengen.
1. Waarborg dat de zwenkwielen zijn vergrendeld.
2. Plaats de AAN/UIT-schakelaar aan de achterzijde (afb.2).
3. Zet de AAN/UIT-schakelaar in de AAN (I) stand.
4. Stel de doorstroomregeling in op de gewenste luchtstroom.
5. Bewaak de draaiende eenheid een korte periode om te waarborgen dat er geen ongewone geluiden optreden, de lucht vrij
stroomt door de aansluitplaat en de kanalen en de eenheid niet uit positie verschuift.
REGELING POTENTIOMETER
CIAT CLEANLINE™ 1000
Luchtstroomregeling volgens potentiometer
CIAT CLEANLINE™ 1800
Luchtstroomregeling volgens potentiometer
CIAT CLEANLINE™ 2500
Luchtstroomregeling volgens potentiometer
CIAT CLEAN LINE™
NL-8