Puntverschuiving
Selecteer hier een wijziging in de
stooklijn bij een bepaalde buitentemperatuur. Eén stap
is gewoonlijk voldoende om de kamertemperatuur met
één graad te veranderen, maar in sommige gevallen
kunnen meerdere stappen nodig zijn.
MENU 1.30.1 - STOOKLIJN
Stooklijn
Instelbereik: 0 - 15,0
In menu "Stooklijn voor verwarming" kunt u de stooklijn
voor uw woning bekijken. De stooklijn is bedoeld om
ongeacht de buitentemperatuur voor een gelijkmatige
binnentemperatuur te zorgen. Middels deze stooklijn
bepaalt de S1155 de temperatuur van het water naar
het klimaatsysteem, de aanvoertemperatuur en zodoen-
de de binnentemperatuur. Hier kunt u een stooklijn se-
lecteren en aflezen hoe de aanvoertemperatuur veran-
dert bij verschillende buitentemperaturen.
TIP
Het is ook mogelijk om uw eigen stooklijn te
creëren. Dit gebeurt in menu 1.30.7.
LET OP!
Met vloerverwarmingssystemen wordt de
maximale aanvoertemperatuur normaliter inge-
steld tussen 35 en 45 °C.
Controleer de max. vloertemperatuur bij de le-
verancier van uw vloer.
TIP
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling
invoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft
te stabiliseren.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur
te laag is, verhoogt u de helling van de curve
met één stap.
Indien het buiten koud is en de kamertempera-
tuur te hoog is, verlaagt u de stooklijn met één
stap.
Indien het buiten warm is en de kamertempe-
ratuur te laag is, verhoogt u de verschuiving
van de stooklijn met één stap.
Indien het buiten warm is en de kamertempe-
ratuur te hoog is, verlaagt u de verschuiving
van de stooklijn met één stap.
42
Hoofdstuk 9 | Regeling - Menu's
MENU 1.30.3 - EXTERNE AFSTELLING
Afgiftesysteem
Instelbereik: -10 tot +10
Instelbereik (indien er een ruimtesensor is geïnstal-
leerd): 5 - 30°C
Door een extern contact aan te sluiten, bijvoorbeeld een
kamerthermostaat of een timer, kan de kamertempera-
tuur tijdelijk of periodiek worden verhoogd of verlaagd.
Als het contact is aangesloten, wordt de stooklijnver-
schuiving gewijzigd met het aantal stappen dat in het
menu is geselecteerd. Als er een ruimtesensor is geïn-
stalleerd en geactiveerd, is de gewenste kamertempe-
ratuur (°C) ingesteld.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling
afzonderlijk worden verricht voor ieder systeem.
MENU 1.30.4 - LAAGSTE AANVOERTEMP.
VERWARMING
verwarming
Instelbereik: 5 - 80 °C
Stel de minimumtemperatuur voor de aanvoertempera-
tuur naar het afgiftesysteem in. Dit betekent dat de
S1155 nooit een temperatuur berekent die lager is dan
de hier ingestelde temperatuur.
Als er meer dan één afgiftesysteem is, kan de instelling
afzonderlijk worden verricht voor ieder systeem.
MENU 1.30.6 - HOOGSTE AANVOERTEMP.
VERWARMING
afgiftesysteem
Instelbereik: 5 - 80°C
Hier stelt u de hoogste aanvoertemperatuur voor het
klimaatsysteem in. Dit betekent dat de S1155 nooit een
hogere temperatuur berekent dan de hier ingestelde.
Indien de installatie meerdere klimaatsystemen heeft,
kan de hoogste aanvoertemperatuur voor elk systeem
worden ingesteld. Klimaatsystemen 2 – 8 kunnen niet
worden ingesteld op een hogere max. aanvoertempera-
tuur dan klimaatsysteem 1.
LET OP!
Met vloerverwarmingsystemen moet de
"Maximale aanvoertemperatuur voor verwar-
ming" normaliter worden ingesteld tussen 35
en 45°C.
Controleer de max. vloertemperatuur bij de le-
verancier van uw vloer.
NIBE S1155