Aansluitopties
De S1155 kan op verschillende manieren worden aange-
sloten, waarvan enkele hieronder worden weergegeven.
Zie voor meer informatie over opties
de respectievelijke montage-instructies voor de gebruik-
te accessoires. Zie
pagina 69
soires die kunnen worden gebruikt met de S1155.
BUFFERVAT
Als het volume van het klimaatsysteem te klein is voor
het vermogen van de warmtepomp kan het radiatorsys-
teem worden aangevuld met een buffervat, zoals de
NIBE UKV.
GRONDWATERSYSTEEM
Een tussenliggende warmtewisselaar wordt gebruikt
om de wisselaar van de warmtepomp tegen vuil te be-
schermen. Het water wordt vrijgelaten in een filter onder
de grond of een geboorde bron. Zie
informatie over de aansluiting van het grondwaterpomp.
Als deze aansluiting wordt gebruikt, moet "min. T bron
uit" in menu 7.1.2.8 "bronpomp al.instelling" worden
gewijzigd naar een geschikte waarde om bevriezing van
de warmtewisselaar te voorkomen.
-EP12
-EP12-AA25
-EP12-EP4
-EP12-HQ40
-EP12-GP3
NIBE S1155
nibe.eu/ODM
en
voor een lijst met acces-
pagina 26
voor meer
WARMTETERUGWINNING VENTILATIE
De installatie kan worden aangevuld met de ventilatie-
module NIBE FLM S45 voor warmteterugwinning uit
ventilatielucht.
• Om condensatie te voorkomen, moeten de kanalen
en leidingen en andere koude oppervakken geïsoleerd
worden met dampdicht isolatiemateriaal.
• Het bronsysteem moet worden voorzien van een ex-
pansievat. Als er een niveaureservoir is, moet dit
worden vervangen.
P
PASSIEVE KOELING
Het accessoire PCS 44 staat de aansluiting van passieve
koeling toe, bijvoorbeeld met ventilatorconvectoren. Het
koelsysteem wordt aangesloten op het bronsysteem
van de warmtepomp, waarbij koeling vanuit de collector
wordt geleverd via een circulatiepomp en een shuntklep.
• Om condensatie te voorkomen, moeten de kanalen
en leidingen en andere koude oppervakken geïsoleerd
worden met dampdicht isolatiemateriaal.
• Als er veel moet worden gekoeld, zijn ventilatorcon-
vectoren met druppelschaaltjes en afvoerleidingen
noodzakelijk.
• Het bronsysteem moet worden voorzien van een ex-
pansievat. Als er een niveaureservoir is, moet dit
worden vervangen.
-EP25
-EP25-AA25
-EP25-GP13
-EP25-BT64
-EP25-QN18
-EP25-BT65
Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen
-EP25-RM1
17