3. Afkortingen en symbolen
Symbolen
Systolic blood pressure (Systolische bloeddruk)
SYS
Diastolic blood pressure (Diastolische bloeddruk)
DIA
Pulse rate (Hartslag)
PUL
Pulse pressure (Polsdruk)
PP
kPa
Eenheid voor bloeddruk
mmHg
/min
Eenheid voor hartslag
Blood pressure measurement (Bloeddrukmeting)
BPM
Automatic blood pressure measurement (Automatische bloeddrukmeting)
A-BPM
24-uurs bloeddrukrecorder.
Self blood pressure measurement (Zelfbloeddrukmeting)
S-BPM
Er zijn vijf modi ontwikkeld voor thuisverpleging.
Office blood pressure (Professionele bloeddrukmeting) S-BPM-symbolen.
OBP
Automated office blood pressure (Automatische
AOBP
professionele bloeddrukmeting) S-BPM-symbolen.
Home blood pressure (Bloeddrukmeting thuis)
HBP
Automated night blood pressure (Automatische
ANBP
bloeddrukmeting nacht)
Automated self blood pressure (Automatische
ASBP
zelfbloeddrukmeting)
S-BPM START-teken
S-BPM STOP-teken
Teken voor de hartslag tijdens de meting.
Het I.H.B.-symbool (Irregular Heartbeat) (Onregelmatige hartslag)
Weergave:
Knippert:
Batterij-indicator: Wanner het niveau 1
vervangt u de batterijen om de recorder te gebruiken.
Symbool afgedrukt in het batterijvak.
Richting (polariteit) voor installatie van de batterijen.
Betekenis
Intervaltijd van "1 bereik" wordt uitgevoerd.
7
PP = SYS - DIA
/minute (/minuut)
S-BPM-symbolen.
S-BPM-symbolen.
S-BPM-symbolen.
A-BPM wordt uitgevoerd.
wordt weergegeven,
#2
#2
#2
#2
#2