4
6
Figuur 26
42
42
7
8
Handleiding gebruik en onderhoud | DRAAITAFEL - MET KOLOM
1
2
Plaats de folie tussen de rollen volgens het traject weergegeven in
schema (A); het symbool met de driehoeken geeft de zijde van de folie
aan waarop de lijm is aangebracht (indien aanwezig).
A
7
Met de op het bedieningspaneel instelbare functies is het mogelijk:
- Het apparaat al of niet (F34 = 0) in te schakelen en het aantal
wikkelingen X aan de onderkant van het product (F34 = X) te kiezen.
- Het apparaat al of niet (F36 = 0) in te schakelen en het aantal
wikkelingen X aan de bovenkant van het product (F36 = X) te kiezen.
- Het apparaat al of niet (F35 = 0) in te schakelen gedurende de gehele
Plaats de folie tussen de rollen volgens het traject weergegeven in
opwaartse beweging van de rolwagen (F35 = 1 gedurende de gehele
schema (A); het symbool met de driehoeken geeft de zijde van de folie
opwaartse beweging, F35 = 2 tot de versteviging*, F35 = 3 vanaf de
aan waarop de lijm is aangebracht (indien aanwezig).
versteviging* tot de hoge wikkelingen en F35 = 4 alleen tijdens de
*versteviging).
- Het apparaat wel (F37 = 1) of niet (F37 = 0) in te schakelen tijdens
de neerwaartse beweging van de rolwagen.
- Het aantal laatste wikkelingen (F38 = X) onderaan te kiezen.
Met de op het bedieningspaneel instelbare functies is het mogelijk:
- De versmalling van de foliestrook te kiezen, door de tijd in te stellen
- Het apparaat al of niet (F34 = 0) in te schakelen en het aantal
(F39 = X).
wikkelingen X aan de onderkant van het product (F34 = X) te kiezen.
- De beweging van de rolwagen met deze voorziening naar de
- Het apparaat al of niet (F36 = 0) in te schakelen en het aantal
bovenkant van het product te activeren, nadat de wikkelingen
wikkelingen X aan de bovenkant van het product (F36 = X) te kiezen.
bovenaan zijn aangebracht met uitgestrekte folie (F63 = X).
- Het apparaat al of niet (F35 = 0) in te schakelen gedurende de gehele
opwaartse beweging van de rolwagen (F35 = 1 gedurende de gehele
opwaartse beweging, F35 = 2 tot de versteviging*, F35 = 3 vanaf de
(*) versteviging ingesteld met F7 en F8.
versteviging* tot de hoge wikkelingen en F35 = 4 alleen tijdens de
*versteviging).
- Het apparaat wel (F37 = 1) of niet (F37 = 0) in te schakelen tijdens
de neerwaartse beweging van de rolwagen.
- Het aantal laatste wikkelingen (F38 = X) onderaan te kiezen.
- De versmalling van de foliestrook te kiezen, door de tijd in te stellen
(F39 = X).
- De beweging van de rolwagen met deze voorziening naar de
bovenkant van het product te activeren, nadat de wikkelingen
bovenaan zijn aangebracht met uitgestrekte folie (F63 = X).
(*) versteviging ingesteld met F7 en F8.
6
6
4
IMMAGINE SPECIFICA
6
IMMAGINE SPECIFICA
7
8
1
2
7
Rev.2 01/03/2021