BESCHRIJVING VAN DE MACHINE EN TECHNISCHE INFORMATIE
Rotatie plaat rechtsom
A
7
A
7
1
3
Figuur 20
Fromm
Een specifieke elektronische kaart, integreert het signaal van de sensor
(4) en de afstelling, ingesteld middels de functies F13-16 (F32-33) op
het besturingspaneel om dynamisch de snelheid van de motor van de
stretchrollen te controleren en bijgevolg de foliespanning.
Via de functies F17-20 wordt de rotatie van de wals (1) en (2)
gecontroleerd. Door het verschil in snelheid tussen de rubberen walsen
(1), (2) en (3) wordt de folie voorgerekt.
Bij het starten moet de folie als volgt op de wagen worden geladen:
• Zet de wagen met het spoel in de lage stand om de werkzaamheid
te vergemakkelijken.
• Draai de hoofdschakelaar in de stand 'O'-OFF.
• Zet het spoel (7) op de centreerpen (8).
• Open de deur en voeg de folie tussen de walsen, volgens het
traject getoond in het schema (A). Het symbool met de driehoek
is de foliezijde met lijm (indien aanwezig).
• Het schema (A) is een sticker,ook aanwezig op de wagen.
• Sluit de deur en controleer of de sloten volledig dicht zijn.
• Zet de hoofdschakelaar in de stand 'I' -ON.
Rotatie plaat linksom
A
7
8
4
A
7
1
2
3
4
8
A
4
2
4
35
35