Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Gevoeligheid Van Het Apparaat Testen En Bepalen; Gekalibreerde Testfilter; Testen Bij De Imager; Testen Bij Reflector - Xtralis OSI-RE Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

OSI-RE by Xtralis
14 De gevoeligheid van het apparaat testen en
bepalen

14.1 Gekalibreerde testfilter

14.1.1 Testen bij de imager

U kunt een snelle test uitvoeren aan de kant van de imager door de rode acryltestfilter, OSP-004 te gebruiken.
Plaats de filter voor de lens van de imager. De detector zou binnen 1 minuut een alarm moeten
l
genereren.
De detector kan worden gereset met de remote reset of door de stroom even te onderbreken.
l
Breng de bevoegde autoriteiten op de hoogte dat het systeem weer aanstaat.
l
Bij elke reset-actie zal de detector het ingestelde gevoeligheidsniveau tonen.
Nadat de RODE alarm-LED uit is, geven de gele uitlijnpijltjes aan de voorkant de ingestelde gevoeligheid aan
door het aantal knipperingen van de pijltjes om het ingestelde niveau aan te geven.
1 x knipperen = 25%, 2 x knipperen = 30%, 3 x knipperen = 40% en 4 x knipperen = 50%.
Na 5 seconden wordt het scenario een tweede keer herhaald.
Hierna zal de detector normaal werken.

14.1.2 Testen bij reflector

Aan de reflectorzijde dient een grondige test te worden uitgevoerd, zie "Testen bij de imager". De gevoeligheid
van de detector moet worden genoteerd tijdens de snelle test aan het einde van de initiële
instellingsprocedure.
1. De gevoeligheid van de detector kan worden gecontroleerd door de reflector af te dekken met de
testfilter. De detector kan worden gereset met de remote reset of door de stroom even te onderbreken.
2. Breng de bevoegde autoriteiten op de hoogte dat het systeem weer aanstaat.
Als de detector deze test niet doorstaat, moeten verschillende stappen worden genomen om te bepalen of de
detector defect is of gewoon opnieuw moet worden afgesteld voordat u het apparaat terugstuurt.
Dit zijn de stappen:
1. Controleer alle aansluitingen en of de juiste voeding op de detector is aangesloten.
2. Controleer of de optische zichtlijn vrij is van obstakels en reflecterende objecten.
3. Voer de onderhoudsprocedure uit deze handleiding uit. Herhaal de testprocedure.
4. Als de detector de testprocedure nog steeds niet doorstaat, gaat u verder met stap 4.
5. Herhaal de uitlijningsprocedure uit deze handleiding. Als de uitlijningsprocedure succesvol is, herhaal
dan de testprocedure. Als de detector de test nog steeds niet doorstaat, dient u deze terug te sturen.

14.2 Remote teststation

De detector kan op afstand worden getest met het remote teststation.
Volg de instructies bijgevoegd bij het teststation voor een correct gebruik. Zie Afbeelding 12-4 (remote
teststation) voor bekabelingsschema.
Bij het activeren van de test zal de detector het uitgangsvermogen van het IR-signaal verlagen tot het punt
waarop het onder de automatisch ingestelde gevoeligheid van de detector zakt.
De detector blijft in alarmtoestand zolang de testschakelaar is geactiveerd. De detector kan gereset worden
door de resetpositie op de RTS151KEY te selecteren.
De remote storings-LED knippert de ingestelde gevoeligheid van de detector. Het aantal knipperingen,
vergelijkbaar met het aantal knipperingen van de pijltjes, laat het ingestelde gevoeligheidsniveau zien en wordt
elke 3 seconden herhaald totdat de detector is gereset.
De LED's van het remote teststation bootsen de LED's aan de voorkant van de detector na.
37463_01 | Januari 2023
OSI-RE Installatie Handleiding
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave