OSI-RE by Xtralis
4
Algemene beschrijving
De OSI-RE is een beamdetector met een lang bereik middels geprojecteerde imaging, ontworpen om open
ruimtes te beveiligen. Hij dient gebruikt te worden in overeenstemming met bepaalde normen (UL, EN54,
etc.). Het apparaat moet gevoed worden met een CE-gecertificeerde AC/DC-adapter om in overeenstemming
te zijn met CE-certificering. De detector bestaat uit een zender/ontvanger-eenheid en een reflector. Wanneer
rook het gebied binnenkomt tussen de zender/ontvanger en de reflector wordt het signaal verstoord. Wanneer
de verduistering de alarmdrempel - die automatisch is ingesteld bij de zender/ontvanger-eenheid - overschrijdt
geeft de detector een alarm. Als de straal volledig is belemmerd, wordt er een storingsmelding gegeven.
Langzame veranderingen in verduistering als gevolg van een ophoping van vuil of stof op de lens van de
detector worden gecompenseerd door een microcontroller, die de signaalsterkte voortdurend in de gaten houdt
en de alarm- en storingsdrempels regelmatig aanpast. Wanneer het automatische correctiesysteem zijn grens
heeft bereikt, geeft de detector een storingsmelding, wat betekent dat onderhoud nodig is.
Drie LEDS's op de detector geven de huidige status aan: een rode LED voor alarm, een gele LED voor storing
en een knipperend groene LED voor stand-by werking. Het alarmsignaal vergrendelt en kan gereset worden
door een tijdelijke stroomonderbreking of door de remote reset-ingang naar de detector te activeren in geval
gebruik wordt gemaakt van een remote test-/reset-stationmodel RTS151KEY.
De gele LED knippert in specifieke patronen als diagnostisch hulpmiddel om de oorzaak van een storing te
vinden. Storingssignalen worden automatisch gereset nadat de oorzaak van de storing is weggenomen. Rode
en gele LED's kunnen op afstand worden verbonden met de remote alarm- en storing-uitgangen. Deze
uitgangen bootsen de functies van de rode en gele LED's van de detector na.
Na inbedrijfstelling geven de 4 pijltjes het niveau van de automatisch ingestelde gevoeligheid aan.
Elke detector is uitgerust met één change-over relaiscontact voor alarmsignalen en één change-over
relaiscontact voor storingssignalen. Het storingsrelais is faalveilig en gaat open als de stroom van de detector
wordt gehaald. Een extra EOL stroomcontrolerelais is daarom niet nodig.
De storingscontacten van alle straaldetectoren op één startcircuit moeten worden aangesloten na het laatste
indicatieapparaat op de lus. Dit voorkomt dat een enkele straaldetector in problemen andere initiërende
apparaten op dezelfde lus uitschakelt.
37463_01 | Januari 2023
OSI-RE Installatie Handleiding
11