OSI-RE Installatie Handleiding
10.2 De imager monteren
De zender/ontvanger-eenheid kan op het oppervlak worden gemonteerd. De opbouwsokkel is voorzien van
uitbreekopeningen voor kabels boven, onder en achter.
De zender/ontvanger-eenheid kan over een verzonken aansluitdoos worden gemonteerd.
De holte achter de detector wordt vervolgens gebruikt om de bekabeling van de aansluitdoos naar de
aansluitklemmen op de detector te leiden door gaten door de opbouwsokkel van de detector te boren.
De zender/ontvanger-eenheid dient zodanig aan de wand te worden gemonteerd dat deze de verzonken
aansluitdoos in de wand volledig afdekt.
De zender/ontvanger-eenheid kan aan de muur worden gemonteerd met behulp van de geleidegaten in de
opbouwsokkel voor de 4"-aansluitdoos. Verspreid over de sokkel van de detector zitten 6 geleidegaten voor
bevestiging, zie Afbeelding 10-4. Voor een veilige montage moet een geschikt aantal locaties worden
gebruikt.
Als de grote uitbreekopening niet wordt verwijderd, gebruik dan minimaal dit gat en het meest linkse
montagegat om de detector te monteren. Als de grote uitbreekopening is verwijderd, gebruik dan het linker
montagegat en een montagegat boven en onder in de buurt van de uitbreekopening.
De buitenbehuizing van de beamdetector wordt met drie schroeven aan de basis bevestigd. Om de detector te
monteren, moet u eerst de buitenbehuizing loshalen.
gaten voor het bevestigen
20
Afbeelding 10-3: Montagerichtlijnen reflector
van de detector
montagegaten
Afbeelding 10-4: Geleidegaten voor montage
10° maximum
Optische zichtlijn
Reflector
uitbreekopeningen voor
kabels boven
grote uitbreekopening
voor 4"-aansluitdoos.
uitbreekopeningen voor
kabels onder
OSI-RE by Xtralis
37463_01 | Januari 2023