•
Houd een minimale afstand aan van 40 cm/15,75
inch tussen de koelribben en het mondstuk voor de
hogedrukreiniger of de luchtstroom.
Het bedieningspaneel reinigen
OPGELET: Gebruik geen hogedrukreiniger
voor het reinigen van het bedieningspaneel.
•
Reinig elektrische onderdelen met een doek of met
perslucht.
•
Reinig het bedieningspaneel met een vochtige doek.
De motor reinigen
•
Houd een minimale afstand aan van 40 cm/15,75
inch tussen het mondstuk en de motor en de
motoronderdelen.
•
Wees voorzichtig bij het reinigen van de motor, met
name in de buurt van elektrische onderdelen. Spuit
geen water direct op elektrische onderdelen.
•
Richt het water niet rechtstreeks op de uitlaatpijp of
het motorluchtfilter.
Na het reinigen van het product
•
Blaas elektrische aansluitklemmen droog met
perslucht.
•
Laat het product volledig drogen voordat u de motor
start.
Koelvloeistofpeil radiateur controleren
WAARSCHUWING: Er bestaat gevaar voor
brandwonden. Laat de motor afkoelen
voordat u de vuldop voor koelvloeistof
losschroeft.
1. Verwijder het deksel van de koelvloeistof.
2. Kijk in de koelvloeistoftank. Het koelvloeistofpeil is
correct wanneer het bij het begin van de buis in de
koelvloeistoftank staat.
3. Als het koelvloeistofpeil in de radiateur te laag is, vult
u bij tot het juiste peil is bereikt. Zie
gegevens op pagina 209 voor het juiste type en
mengsel van koelvloeistof.
1223 - 002 - 09.07.2019
Het motoroliepeil controleren
Om het oliepeil correct af te lezen, moet het product in
de stand staan.
1. Zorg ervoor dat het zaagblad is verwijderd en dat het
2. Verwijder de peilstok uit de olietank.
3. Veeg de olie van de peilstok.
4. Steek de peilstok volledig terug in de olietank.
5. Verwijder de peilstok.
6. Controleer het oliepeil op de peilstok. Controleer of
7. Als het oliepeil laag is, vult u bij met motorolie en
Slangen en slangklemmen controleren
•
•
•
•
Het uitwendige luchtfilter reinigen
Technische
product waterpas staat wanneer u het motoroliepeil
controleert.
het motoroliepeil tussen de merktekens op de
peilstok staat.
controleert u het oliepeil opnieuw. Zie
gegevens op pagina 209 voor het juiste type
motorolie.
Controleer de slangen in het brandstofsysteem, het
hydraulisch systeem en het koelsysteem op lekkage.
Controleer de slangen op slijtage en beschadiging,
met name waar de slangen tegen andere slangen of
onderdelen van het product wrijven.
Vervang beschadigde slangen.
Zet losse slangklemmen vast.
WAARSCHUWING: Gebruik goedgekeurde
ademhalingsbescherming wanneer u het
luchtfilter reinigt of vervangt. Voer gebruikte
luchtfilters op de juiste manier af. Het stof in
het luchtfilter is schadelijk voor uw
gezondheid.
Technische
193