Afstandsbediening
26
25
24
Vóór het eerste gebruik
1. Eventuele folie, stickers of transportbeveiliging van het apparaat verwijderen. Verwij-
der nooit het typeplaatje of eventuele waarschuwingen.
2. Batterijen in de afstandsbediening plaatsen (zie "Batterijen in de afstandsbediening
plaatsen / vervangen").
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen / vervangen
Controleer vóór het plaatsen van de batterijen of de contacten in de afstandsbediening
en aan de batterijen schoon zijn en reinig deze indien nodig.
41
17
17
18 Toetsen voor programmakeuze
19
20 T+ Trainingsduur verhogen
18
21 S- Vibratiestand verlagen
19
22 15 Vibratiestand 15 instellen
23 20 Vibratiestand 20 instellen
20
24 10 Vibratiestand 10 instellen
21
25 T- Trainingsduur verlagen
22
26 S+ Vibratiestand verhogen
23
1. Het batterijvak aan de achterkant van de afstandsbedie-
ning openen: druk op de vergrendeling van het batterijvak-
deksel en haal dit eraf.
2. Twee batterijen (1,5 V, type AAA) in het batterijvak plaat-
sen. Let daarbij op de juiste polariteit (+ / –).
Let op: Altijd alle batterijen vervangen. Gebruik geen ver-
schillende types of merken batterijen of batterijen met een
verschillende capaciteit.
3. Het batterijvakdeksel plaatsen en dichtklappen.
Vervang de batterijen wanneer de prestatie van de afstands-
bediening minder wordt.
Standby aan / uit
Start / Stop
NL