4.6
Handmatige instelling van alarmniveaus,
alternatief C
Het is ook mogelijk om de alarmniveaus bij benadering te berekenen of te
schatten. Als bijvoorbeeld de gebruikte motor 22 kW is, dient 22 in venster 41
te worden ingevoerd. Dit betekent dat elk procentpunt overeenkomt met 220
W (22 kW/100 = 220 W). De alarmgrenswaarden in venster 11- 14 kunnen
worden ingesteld in stappen van 220 W. Als het max. alarm-niveau is ingesteld
op 80% in dit voorbeeld, geeft de monitor een alarm af en laat deze de machine
stoppen op ongeveer max. 17,6 kW uitgaande asbelasting.
LET OP: indien het vooralarm niet wordt gebruikt, kunnen de waarden voor
Min. vooralarm en Max. vooralarm respectievelijk worden ingesteld op 0
(venster 13) en 125% (venster 12). Hierdoor worden er geen
waarschuwingsindicaties voor vooralarmen in de monitordisplay
weergegeven als de machine niet in gebruik is.
Zie ook Alarmniveaus handmatig instellen in hoofdstuk 9, Geavanceerde
eigenschappen.
10
Aan de slag
CG Drives & Automation 01-5958-03r0