WAARSCHUWING:
zet de schakelaar uit en trek altijd de stekker uit de stroombron voordat u de probleemoplossing uitvoert.
Probleem
Naaf keert te langzaam of te snel terug
De klauwplaat blijft niet bevestigd aan de spil.
Deze valt eraf wanneer u probeert te installeren.
Luide werking
Houtsplinters aan de onderzijde.
Werkstuk losgetrokken uit de hand.
Boorkop blijft hangen.
Boor wijkt af... opening niet rond.
Boorkop loopt vast in werkstuk.
Overmatige boorkopafwijking of wankele kop.
78
Hulp probleemoplossing
Probleem
De veer heeft een verkeerde spanning
Vuil, vet of olie op het conische oppervlak
binnen de klauwplaat of op het conische
oppervlak van de spil.
1. Onjuiste riemspanning.
2. Maak de spil droog.
3. Maak de spilschijf los.
4. Maak de motorschijf los.
Geen "ondersteuningsmateriaal" achter
werkstuk.
Niet goed ondersteund of vastgemaakt.
1. Verkeerde snelheid.
2. Spaanders komen niet uit opening.
3. Stompe boorkop
4. Toevoer te traag
1. Harde korrel in hout of lengte van snijrand
en/of -hoek niet gelijk
2. Verbogen boorkop.
1. Werkstuk knelt boorkop of overmatige
toevoerdruk.
2. Onjuiste riemspanning.
1. Verbogen boorkop
2. Versleten kogellagers spil.
3. Boor niet goed geïnstalleerd in klauw.
4. Klauwplaat niet goed geïnstalleerd.
Oplossing
Stel de veerspanning af. Zie "Spilterugslagveer".
De conische oppervlakken van de klauwplaat en
spil maakt u met huishoudelijk reinigingsmiddel
schoon en hiermee verwijdert u al het vuil, het
vet en de olie. Zie "De klauwplaat installeren".
1. Stel de riemspanning nieuwe. Zie ook "de
snelheid en de bandspanning selecteren."
2. Smeer de spil. Zie "Smering"
3. Controleer de dichtheid van de borgmoer op
de schijf en span dit indien nodig aan.
4. Maak de borgpen vast in de motorschroef
Gebruik "ondersteuningsmateriaal". Zie "De tafel
en het werkstuk plaatsen".
Ondersteun het werkstuk of maak het vast. Zie
"De tafel en het werkstuk plaatsen".
1. Wijzig de snelheid. Zie "De snelheid en
spanriem kiezen".
2. Trek de boorkop frequent uit om splinters te
verwijderen.
3. Scherp de boorkop.
4. Voer voldoende snel toe zodat de boorkop
gaten kan boren.
1. Scherp de boorkop opnieuw op de juiste
manier.
2. Vervang de boorkop.
1. Ondersteuning werkstuk vastmaken. Zie "De
tafel en het werkstuk plaatsen".
2. Stel de riemspanning af. Zie "De snelheid en
spanriem kiezen".
1. Gebruik een rechte boorkop.
2, Vervang de kogellagers.
3. Installeer de boorkop op de juiste manier. Zie
"Boorkoppen installeren".
4. Installeer de klauwplaat op de juiste manier.
Zie "De klauwplaat installeren".