50
Voer het materiaal slechts zo snel door, dat de boorkop
kan boren zonder overbelasting.
• Controleer of er geen nagels of vreemde objecten in
het te boren deel van het werkstuk zitten.
• Plaats altijd „ondersteuningsmateriaal" dat in contact
staat met de linkerzijde van de kolom.
• Plaats het werkstuk waar mogelijk in contact met de
linkerzijde van de kolom. Als het te kort is of als de
tafel gekanteld is, moet u dit stevig aan de tafel vast-
klemmen. Gebruik tafelsleuven of een spanaanslag
rond de buitenrand van de tafel.
• Als het werkstuk over de randen van de tafel hangt zo-
dat het zal vallen of kantelen als het niet wordt vastge-
houden, moet u het aan de tafel vastklemmen of extra
ondersteuning voorzien.
• Wanneer u een boorkolombankschroef gebruikt, moet
u deze altijd aan de tafel bevestigen.
• Gebruik speciale bevestigingsmiddelen voor ongewone
werkzaamheden om het werkstuk op gepaste wijze vast
te houden, te geleiden en te plaatsen.
• Zorg dat alle klemmen en vergrendelingen stevig zijn
vastgemaakt voordat u boort.
• Maak de kop en tafelsteun stevig vast aan de kolom
en zorg voor ondersteuning tussen tafels voordat u de
kolomboor gebruikt.
• Schakel uw kolomboor nooit in voordat u alle objecten
(werktuigen, houtafval, enz.) van de tafel hebt verwij-
derd, behalve het werkstuk en de gekoppelde toevoer
of de ondersteuningsapparaten voor het geplande werk.
• Voordat u de werkzaamheden aanvat, drukt u even op
de motorschakelaar om zeker te zijn dat de boorkolom
of een ander snijdgereedschap niet schommelt of tril-
lingen veroorzaakt.
• Wacht tot de as op volle snelheid draait voordat u het
boren start. Als uw boorkolom een vreemd geluid laat
horen of als deze overmatig trilt, moet u onmiddellijk
stoppen, de boorkolom uitzetten en de stekker uittrek-
ken. Start het gereedschap niet opnieuw op zolang u
het probleem niet hebt opgespoord en gecorrigeerd.
• Voer geen montage uit en plaats het werkstuk niet op
de tafel terwijl de boorkolom in gebruik is.
• Wanneer u gaten met een grote diameter boort, moet
u het werkstuk stevig aan de tafel vastmaken. Anders
kan het mes vastlopen en op hoge snelheid rondtol-
len. Gebruik geen korte heugelmessen of klokboren in
meerdere delen omdat deze uit elkaar kunnen vallen
en tijdens het gebruik uit balans kunnen raken. Houd
de snelheid lager dan 1400 tpm.
• Zorg dat de as volledig tot stilstand is gekomen voor-
dat u de hoek van het werkstuk wijzigt of het werkstuk
verwijdert of bevestigt.
• Om letsel door per ongeluk starten te voorkomen, moet
u de kolomboor altijd loskoppelen voordat u een boor-
kop, accessoire of hulpstuk installeert of verwijdert of
voordat u aanpassingen uitvoert.