48
m ALGEMENE tips
VERLENGSNOEREN
Wanneer u een elektrisch gereedschap op een aanzienli-
jke afstand van een stroombron gebruikt, moet u een ver-
lengsnoer gebruiken dat zwaar genoeg is om de stroom te
dragen die het gereedschap zal opnemen. Een te kort ver-
lengsnoer zal een daling in de lijnspanning veroorzaken
en leiden tot stroomverlies en oververhitting. Gebruik het
schema in deze instructies om de minimale draadgrootte
die vereist is bij een verlengsnoer, te bepalen. Er mogen
alleen ronde dubbelwandige draden als aanbevolen door
de Underwriter's Laboratories (UL) worden gebruikt.
Gebruik alleen ronde dubbelwandige draden, bedoeld
voor gebruik buitenshuis. Dit wordt aangegeven met de
letters „WA" op de mantel van de draad.
Inspecteer een verlengsnoer voor het gebruik op losse of
blootliggende draden en doorgesneden of versleten iso-
latie.
Aanvullende veiligheidsrichtlijnen voor kolomboren
WAARSCHUWING: Voor uw persoonlijke veiligheid mag u
niet proberen uw kolomboor te gebruiken zolang deze niet
volledig is gemonteerd en geïnstalleerd in overeenstemming
met de instructies en zolang u het volgende niet hebt gele-
zen en begrepen.
• Uw kolomboor moet stevig met bouten op een werk-
bank zijn bevestigd. Als de kolomboor daarnaast de
neiging heeft te bewegen tijdens bepaalde werkzaam-
heden, moet u de werkbank met bouten in de vloer
vastmaken.
• Deze kolomboor is bedoeld voor gebruik onder droge
omstandigheden en alleen voor gebruik binnenshuis.
• Bescherm uw ogen (draag altijd een veiligheidsbril die
voldoet aan een erkende norm), handen, gezicht (ge-
bruik een gelaats- of stofmasker samen met de vei-
ligheidsbril als het boren veel stof veroorzaakt), oren
(gebruik oorbeschermers, vooral tijdens langere gebru-
iksperioden) en lichaam.
• Probeer nooit stukken materiaal te boren die te klein
zijn om veilig te kunnen vasthouden.
• Houd uw handen altijd buiten het pad van de boor-
kop. Vermijd ongemakkelijke handposities waardoor uw
hand door een plotse uitglijder in het boorpad terecht
kan komen.
• Installeer of gebruik geen boorkop die langer is dan
175 mm (7") of die 150 mm (6") onder de spanklau-
wen uitsteekt. Ze kunnen plots naar buiten buigen of
breken.
• Gebruik geen draadwielen, frezen, freesbeitels, cirkel-
beitels (vliegen) of roterende schaafmachine op deze
kolomboor.
• Wanneer u een groot stuk materiaal zaagt, moet u con-
troleren of het volledig wordt ondersteund op tafelh-
oogte.
• Voer geen enkele werkzaamheid uit met de vrije hand.
Houd het werkstuk altijd stevig tegen de geleider en
de tafel zodat deze niet schommelt of draait tijdens
het zagen. Gebruik mallen, bevestigingen of andere
hulpmiddelen voor onstabiele werkstukken.
• Voer het materiaal niet te snel toe tijdens het boren.