Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
Over het
het scherm
scherm navigeren/scherm
Over
Over
het
scherm
Raadpleeg deze sectie voor instructies voor het
navigeren in schermen, het invoeren van informatie
en selecteren.
Alle schermen
schermen
Alle
Alle
schermen
• Gebruik de toetsen Pijl omhoog en Pijl omlaag
om tussen schermen te verplaatsen.
• Druk op de displaytoets Enter
te openen. Het eerste gegevensveld in het scherm
wordt nu gemarkeerd.
• Gebruik de pijltoetsen
die u wilt wijzigen, te markeren.
• Druk op de toets Enter
• Druk op de toets Annuleren
• Druk op de toets
wanneer alle gegevens correct zijn. Gebruik
vervolgens de toetsen Pijl omhoog en Pijl omlaag
om naar een nieuw scherm te gaan,
of het wisseltoetspictogram
de instelschermen en de bedrijfsschermen te
schakelen.
Menuvelden
Menuvelden
Menuvelden
• Gebruik de toetsen Pijl omhoog en Pijl omlaag
om de gewenste keuze in het menu te
markeren.
• Druk op het pictogram Enter
Cijfervelden
Cijfervelden
Cijfervelden
• Het eerste cijfer in het veld wordt gemarkeerd.
Gebruik de toetsen Pijl omhoog en Pijl omlaag
om het getal te wijzigen.
• Druk op de toets Pijl rechts
volgende cijfer te gaan.
• Druk ter bevestiging opnieuw op de Pijl rechts
wanneer alle cijfers correct zijn.
8
navigeren/scherm bewerken
navigeren/scherm
om een scherm
om de gegevens
om te bewerken.
om te annuleren.
om het scherm te verlaten
om tussen
om te selecteren.
om naar het
bewerken
bewerken
Selectievakjes
Selectievakjes
Selectievakjes
Een selectievakje wordt gebruikt om functies in de
software in en uit te schakelen.
• Druk op Enter
een leeg vakje.
• De functie is ingeschakeld als er een
vakje staat.
Resetveld
Resetveld
Resetveld
Het resetveld wordt gebruikt voor totalisators. Druk
op de toets Totalisator resetten
opnieuw in te stellen op nul.
Eerste configuratie
Eerste
Eerste
OPMERKING: voordat u de pompprofielen in
OPMERKING:
OPMERKING:
instelschermen 1 t/m 4 aanmaakt, moet u de
systeemparameters in instelschermen 5 t/m 22 als
volgt configureren.
1. Druk op het vergrendelingspictogram
naar de instelschermen te gaan. Instelscherm 1
verschijnt.
2. Scrol naar instelscherm 5.
3. Zie
Instelscherm 5, page
onderpomp die wordt gebruikt in uw systeem.
4. Ga door met het instellen
van de systeemparameters op
Instelscherm 6, page 15
Instelscherm 23, page
5. Scrol naar instelscherm 1. Bepaal de profielen
voor elke pomp. Zie
Instelscherm 4, page
om te schakelen tussen
configuratie
configuratie
15, en selecteer de
t/m
23.
Instelscherm 1, page 12
13.
en
in het
om het veld
om
t/m
334294M
Advertenties
Inhoudsopgave
