Instelscherm 15
15
Instelscherm
Instelscherm
15
Gebruik dit scherm om uw Modbus-voorkeuren in
te stellen.
OPMERKING: Hieronder volgen vaste
OPMERKING
OPMERKING
Modbus-instellingen, die niet kunnen worden
ingesteld of gewijzigd door de gebruiker:
Gegevensbits: 8
Stopbits: 2
Pariteit: Geen
Figure 23 Instelscherm 15
Toets instelscherm
instelscherm 15
Toets
Toets
instelscherm
Bij systemen met meerdere pompen en
één display, selecteert u de pomp (1 tot
8) in het menu.
OPMERKING: driefasensystemen
bieden geen ondersteuning voor
meerdere pompen.
Select Lokaal
het menu. Deze instelling is alleen van
toepassing op de geselecteerd pomp.
In de modus Lokaal kunt u wijzigingen
weergeven via het Modbus-netwerk,
maar u kunt geen wijzigingen aanbrengen
via dit netwerk. In de modus Op afstand
kunt u informatie weergeven en wijzigen
via het Modbus-netwerk.
Voer de knooppunt-ID van de Modbus
in of wijzig deze. De waarde ligt tussen
1 en 246. Elke pomp heeft een unieke
knooppunt-ID nodig, die de pomp
identificeert als er meer dan één pomp
op de display is aangesloten.
Selecteer de baudsnelheid van de seriële
poort in het menu. Dit is een instelling
voor het hele systeem.
• 38400 kbps
• 57600 kbps (standaardinstelling)
• 115200 kbps
334294M
15
15
of Op afstand
in
Instelscherm 16
16
Instelscherm
Instelscherm
16
Gebruik dit scherm om de tankvulfuncties en
randapparaten voor de intelligente verfkeuken te
configureren en regelen.
OPMERKING: De alarmtriggertijd varieert, afhankelijk
van hoe ver de actieve metingen van hun ingestelde
grenswaarden af liggen.
Figure 24 Instelscherm 16
Toets
Toets
Toets instelscherm
instelscherm 16
instelscherm
Selecteer dit vak om de vulspoeluitgang
op poort 4, pen 3 handmatig te activeren.
OPMERKING: Het niet-bewerkbare vak
toont de status van het Modbus-register.
Schakel dit vakje in om automatisch
vullen van de tank mogelijk te maken. U
kunt vervolgens de vulniveaus instellen.
Wanneer het tankpeil wordt
bereikt, wordt de spoel
uitgeschakeld. De waarde
mag niet hoger zijn dan het niveau
eronder.
Wanneer het tankpeil wordt
bereikt, wordt de spoel
ingeschakeld. De waarde
mag niet lager zijn dan het niveau
erboven.
Configureer de laagdebietmelding van
de vulpomp voor een afwijking of alarm
en stel de timeoutwaarde in seconden in.
Als een peilwijziging van 1% niet wordt
gedetecteerd binnen de timeoutperiode,
worden er door het systeem acties
ondernomen op basis van het type
gebeurtenis.
Instelschermen
16
16
19