DataTrak-bediening
DataTrak-bediening
het scherm (AE) zal na 1 minuut uitgeschakeld worden
om de levensduur van de batterij te verlengen. Druk op
een van de knoppen om het scherm te openen.
Voorkom schade aan de displaytoetsen door niet met
scherpe voorwerpen zoals pennen, kunststof kaarten
of vingernagels op de toetsen te drukken.
Instelmodus
1.
Zie A
. 8. Houd de knop
FB
seconden ingedrukt totdat het instelmenu wordt
geopend.
2.
Om instellingen in te geven voor overtoeren
(indien aanwezig), grootte van de onderpomp en
stroomsnelheidseenheden, en om overtoeren-, E1-,
E2- en E5-foutopties in te schakelen, drukt u op
om de waarde te wijzigen, en druk dan op
de waarde op te slaan en de cursor te verplaatsen
naar het volgende gegevensveld. Zie pagina 22 voor
een beschrijving van de foutcodes E1, E2 en E5.
Graco raadt aan de overtoeren (indien aanwezig) in
te stellen op 60
. Voor alle DataTrak-modules
die worden verzonden, is de overtoerenbeveiliging
uitgeschakeld.
Wanneer de overtoeren-, E1-, E2- en E5-foutopties
ingeschakeld zijn, wordt er een op het instelscherm
weergegeven. Zie A
. 8.
FB
3.
Verplaats de cursor naar het veld dat de E5-foutoptie
inschakelt en druk dan nogmaals op
Instelfunctie te verlaten.
Bedrijfsmodus
Overtoeren
DataTrak is verkrijgbaar met en zonder
overtoerenbeveiliging. Pakketten met
M02xxx-luchtmotoren worden geleverd zonder een
overtoerensolenoïde. Alle andere DataTrak-pakketten
zijn voorzien van een overtoerensolenoïde.
1.
Zie A
. 8. Als overtoeren van de pomp voorkomt,
FB
zal de overtoerensolenoïde ingeschakeld worden,
waarna de pomp tot stilstand gebracht wordt.
De LED (CD) zal knipperen en het scherm (CF)
zal een overtoerentoestand aantonen (zie Tabel 1).
Het scherm zal beurtelings de zes instructieschermen
tonen.
20
LET OP
gedurende 5
om de
2.
Overtoerenschermen 1 en 2: Om de
overtoerensolenoïde te resetten, sluit u het
hoofdluchtventiel (E). Wacht tot de lucht
volledig uit de luchtmotor is verdwenen.
3.
Overtoerenschermen 3 en 4: Nadat de lucht is
verdwenen, drukt u op de ontspanknop van de
solenoïde (J) om het luchtventiel terug te stellen.
De knop springt weer omhoog van zodra het
luchtventiel opnieuw onder druk staat.
om
A
. 9. Ontspanknop van solenoïde
FB
4.
Overtoerenschermen 5 en 6: Druk op
diagnosecode te wissen en de overtoerensolenoïde
te resetten.
5.
Open het hoofdluchtventiel (E) om de pomp opnieuw
te starten.
Als u de overtoerencontrole wilt uitschakelen, schakelt
u naar de instelmodus en geeft u een overtoerenwaarde
van 0 (nul) op of schakelt u (RT) uit
J
ti11902a
om de
(zie A
. 8).
FB
313694V