Bediening
Drukontlastingsprocedure
1.
Zet de trekker op de veiligheidspal.
2.
Zie A
. 1. Open de zelfontlastende hoofdluchtkraan
FB
(U).
3.
Schakel de trekkervergrendeling uit.
4.
Houd een metalen gedeelte van het pistool stevig
tegen een geaarde metalen emmer. Knijp de trekker
van het luchtspuitpistool in om de vloeistofdruk te
reduceren.
5.
Zet de trekker op de veiligheidspal.
6.
Draai alle vloeistofaftapventielen in het systeem
open en houd een afvalbak bij de hand om de
vloeistof op te vangen. Laat het/de aftapventiel(en)
open staan tot u weer gaat spuiten.
7.
Als u vermoedt dat de druk na de bovenstaande
stappen niet helemaal is ontlast, controleert u het
volgende:
a.
De spuittip kan geheel verstopt zijn. Draai de
borgring van de luchtkap heel langzaam los om
de druk in de opening tussen de kogel/zitting-
afsluiting en de verstopte spuittip te ontlasten.
Reinig de uitmonding van de spuittip.
b.
De vloeistoffilter of -slang van het pistool kan
geheel zijn verstopt. Draai de slangeindkoppeling
van het pistool langzaam los en laat de lucht
geleidelijk ontsnappen. Draai de koppeling dan
helemaal los om de verstopping te verhelpen.
c.
Als na bovenstaande stappen de spuittip of
de slang nog steeds verstopt lijkt, draai dan
de borgmoer van de spuittipbeschermer of de
eindkoppeling van de slang zeer langzaam los
en ontlast de druk geleidelijk; draai de borgmoer
daarna geheel los. Verwijder de spuittip van het
pistool en laat het in de afvalcontainer leeglopen.
313694V
Apparatuur spoelen
voor gebruik
De apparatuur is getest met lichte olie, die in de
vloeistofdoorgangen is achtergebleven om de onderdelen
te beschermen. Voorkom dat de vloeistof met olie wordt
vervuild door de apparatuur voor het eerste gebruik met
een geschikt oplosmiddel te spoelen. Zie De pomp
spoelen, pagina 17.
Trekkervergrendeling
Zie A
. 4. Zet de trekker altijd op de veiligheidspal als
FB
u ophoudt met spuiten om te voorkomen dat het pistool
gaat spuiten omdat de trekker onverwacht met de hand
wordt ingedrukt of als het pistool valt of er tegen het
pistool wordt gestoten.
Veiligheidspal
voor de trekker
van het pistool
vergrendeld
Veiligheidspal
voor de trekker
van het pistool
ontgrendeld
A
. 4. Trekkervergrendeling
FB
Bediening
TI6581A
TI6582A
13