DataTrak-regelfuncties en indicatoren
Verklaring voor A
. 8
FB
AA Overtoerenlimiet, in cycli per minuut (kan door gebruiker
worden ingesteld; 00=OFF)
AB Verdringing onderpomp (kan door gebruiker worden
ingesteld)
AC Eenheden stroomsnelheid (kan door gebruiker worden
/min,
ingesteld op
gpm [US], gpm [Brits], oz/min [US],
oz/min [Brits], l/min of cc/min)
AD Led (brandt bij storing)
AE Display
PF Vul-/spoeltoets (Schakelt de vul/spoelmodus in.
In de vul-/spoelmodus is de overtoerenbeveiliging
uitgeschakeld en zal de teller voor het batchtotaal [BT]
niet tellen.) In de vul-/spoelmodus gaat de led
knipperen.
AE, zie de detailtekening rechts
AD
A
. 8. DataTrak-regelfuncties en indicatoren
FB
313694V
RK Resetknop (Reset storingen. Druk op de knop en houd
CF Slagsnelheid/stroomsnelheid
BT Batchteller
GT Totalenteller
RT Overtoerenschakelaar (in-/uitschakelen)
UT E1-schakelaar
DT E2-schakelaar
ST E5-schakelaar
RK
ti11883a
AC
AB
RK
AA
DataTrak-regelfuncties en indicatoren
de knop gedurende 3 seconden ingedrukt om de teller
van het batchtotaal te wissen.) Druk op de knop op te
schakelen tussen de stroomsnelheid en de
cyclussnelheid. Wanneer de overtoerenbeveiliging is
ingeschakeld, drukt u op deze knop om de solenoïdepin
uit of in te schuiven.
Bedrijfsmodus
CF
Instelmodus
GT
PF
ti8622b
BT
RT
UT
DT
PF
ti8623b
ST
19