7 .02
Veiligheidsfuncties
Gebruik de noodstopknop en de functie voor omlaag in geval van nood alleen
in noodgevallen. Als het noodzakelijk is om de noodstop-/veiligheidsfuncties te
gebruiken vanwege een storing aan de tillift, dient u contact op te nemen met de
leverancier voordat de tillift weer in gebruik wordt genomen.
De noodstopfunctie activeren
Als de tillift niet reageert op de functies die
u met de handbediening hebt geselecteerd
terwijl de tillift in beweging is, drukt u op de
rode knop bovenaan de batterij. Wanneer de
noodstopfunctie wordt ingeschakeld, stopt de
tillift met functioneren.
Om de noodstop vrij te geven, verwijder de
batterij door uw duim en wijs-/middelvinger te
gebruiken om de knoppen aan de zijkant van de
batterij in te drukken, en trek de batterij eruit.
Om de batterij opnieuw te plaatsen, grijp de
batterij aan de zijkanten en stuur de batterijbasis
op de stuurpen. Duw de batterij dan op zijn plaats.
Haal de stekker uit het stopcontact om de tillift
van de netvoeding los te koppelen.
De functie voor omlaag in geval van nood
activeren
Als de tillift niet omlaag komt, activeert u het
volgende:
1.
Druk op de pijltoets
Dit werkt als omlaag in geval van nood
in geval de handbediening niet werkt.
Als de mast niet omlaag komt
2.
Draai de rode knop op de mast in de richting
van de pijl (optioneel)
De remmen gebruiken
De achterste wielen zijn voorzien van remmen. Schakel de rem in, door op de
onderste voetschakelaar te staan.
U deblokkeert de rem door op het bovenste deel van de voetschakelaar te duwen.
Bij dagelijks gebruik zijn de wielen van de tillift niet vergrendeld zodat de
tillift zichzelf kan centreren volgens de zwaartekrachtlijn van de patiënt. Als
de remmen in deze situaties worden geactiveerd, is een potentieel gevaar
het schuren van de huid van de patiënt of kan de patiënt uit de tillift worden
getrokken. Individuele omstandigheden kunnen lijden tot klinische beoordelingen
waar de wielen van de tillift moeten worden vergrendeld.
De remmen moeten worden geactiveerd als de tillift geparkeerd staat.
op de bedieningseenheid.
16