Display
Duidt op de aanwezigheid van een alarm.
DeFeCT
Defect motor rookgassen
rOOKgaseXTraCTOr
sOnDe rOOKgassen
Defect sonde rookgassen.
rOOKgassen MaX
Hoge temperatuur rookgassen
TeMp
**sOnDe KaMer
Storing sonde kamer.
Het pelletreservoir is leeg.
geen
Onjuiste kalibratie lading pellets.
OnTsTeKing
Voelerthermostaten ingegrepen.
geen
Geen stroom tijdens de fase
OnTsTeKing
voor ontsteking.
BlaCK-OUT
Het pelletreservoir is leeg.
geen vlaM
Er worden te weinig pellets geladen.
De reductiemotor laadt geen pellets.
De deur is niet goed gesloten.
De aslade is niet goed gesloten.
alarM OnDerDrUK
Het T-stuk, het rookkanaal of de schoorsteen
zijn vuil.
OverTeMperaTUUr
Lucht in het systeem
H2O
Onvoldoende circulatie
sOnDe H2O
Defect van de watersonde
De door de drukregelaar afgelezen druk van het
alarM Min DrUK H2O
systeem is te laag.
De waterdruk heeft de maximale
alarM MaX DrUK H2O
drempelwaarde overschreden
BesTUring sCHrOeF
Abnormale werking laden pellets.
**BlOKKering
Abnormale werking motor pellets.
sCHrOeF
* in geval van extra systeemkaart
alarMen
BeTeKenis
NEDERLANDS
OplOssing
Aan: geeft aan dat er een alarm is
Knipperend: geeft aan dat de onderdruksensor is uitgeschakeld.
Het alarm kan alleen gereset worden als de motor van de rookgassen is
gestopt en er 15 minuten verstreken zijn sinds de weergave van het alarm,
door gedurende 3 seconden de toets 1/AAN/
Neem contact op met het servicecentrum
Neem contact op met het servicecentrum
Controleer de lading pellets (zie "Afstelling laden pellets"); wordt het
probleem niet verholpen, neem dan contact op met een bevoegde
technicus.
Neem contact op met het servicecentrum.
Controleer of het reservoir wel of geen pellets bevat.
Regel de pellettoevoer (zie "Afstelling pellettoevoer").
Controleer de procedures beschreven in hoofdstuk "Ontsteking".
Controleer de voelerthermostaten (zie hoofdstuk Resetvoorzieningen)
Schakel de kachel uit met toets 1 en herhaal de procedures
beschreven in hoofdstuk "ONTSTEKING".
Andere reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door
een bevoegde technicus.
Controleer of het reservoir wel of geen pellets bevat.
Controleer de voelerthermostaten (zie hoofdstuk Resetvoorzieningen)
Regel de pellettoevoer (zie "Afstelling pellets laden").
Controleer of de deur hermetisch gesloten is.
Controleer of de aslade hermetisch gesloten is.
Reinig het T-stuk, het rookkanaal en de schoorsteen.
Mogelijke lucht in het systeem, ontlucht het systeem. Geen voldoende
circulatie. Ontbreken van of niet correcte veiligheidszone.
Het water in de kachel heeft de 95°C overschreden. Mogelijke storing van de
circulatiepomp.
Indien het probleem zich blijft voordoen, moeten de
herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd door een bevoegde technicus.
Neem contact op met het servicecentrum
Mogelijke lucht in het systeem, ontlucht het systeem. Mogelijk tekort aan
water of lekkage door defecten in bepaalde onderdelen van het systeem.
Neem contact op met het servicecentrum indien het probleem aanhoudt
Mogelijke lucht in het systeem, ontlucht het systeem. Controleer of de
expansievaten beschadigd of te klein zijn. Controleer of de koude installatie
geladen is naar de juiste druk
Neem contact op met het servicecentrum indien het probleem aanhoudt
Neem contact op met het servicecentrum
Neem contact op met het servicecentrum
** op daarmee uitgeruste modellen.
ingedrukt te houden.
33