2
Kadreer een egaal wit voorwerp in de zoeker.
Houd het objectief op circa tien cm afstand van een goed
verlicht, egaal wit voorwerp, kadreer het voorwerp zodat het de
zoeker vult en druk vervolgens de ontspanknop half in.
In autofocusstand wordt de scherpstelling automatisch
ingesteld op oneindig; stel de scherpstelling in handmatige
scherpstelstand handmatig in op oneindig.
3
Verkrijg referentiegegevens voor stofverwijdering.
Druk de ontspanknop volledig in om referentiegegevens voor
stofverwijdering te verkrijgen. De monitor schakelt uit zodra de
ontspanknop wordt ingedrukt.
Als het referentievoorwerp te licht of te
donker is, is de camera mogelijk niet in
staat referentiegegevens voor
stofverwijdering te verkrijgen. Ook
wordt een bericht weergegeven. Kies
een ander referentievoorwerp en
herhaal de procedure vanaf Stap 1.
D
Reiniging beeldsensor
Referentiegegevens voor stofverwijdering opgenomen vóór uitvoering
van beeldsensorreiniging, kunnen niet worden gebruikt voor foto's
gemaakt nadat reiniging van de beeldsensor is uitgevoerd. Selecteer
Sensor reinigen en dan starten alleen als de referentiegegevens voor
stofverwijdering niet worden gebruikt met bestaande foto's.
A
Referentiegegevens voor stofverwijdering
Dezelfde referentiegegevens kunnen worden
gebruikt voor foto's die zijn gemaakt met
verschillende objectieven of bij verschillende
diafragma's. Referentiefoto's kunnen niet met
behulp van beeldbewerkingssoftware worden
bekeken. Een rasterpatroon wordt
weergegeven wanneer referentiebeelden op
de camera worden bekeken.
139
Menugids