Optie
Geef de eerder opgeslagen
waarden voor AF-afstelling weer.
Om een objectief uit de lijst te
wissen, markeer het gewenste
objectief en druk op O (Q). Om
de identificatie van een objectief
te wijzigen (om bijvoorbeeld een
Opgeslagen
identificatie te kiezen die gelijk is
waarden tonen
aan de twee laatste cijfers van het serienummer van het
objectief om onderscheid te maken met andere objectieven
van hetzelfde type, aangezien Opgeslagen waarde slechts
met een objectief van elk type kan worden gebruikt),
markeer het gewenste objectief en druk op 2. Een menu
wordt weergegeven; druk op 1 of 3 om een identificatie te
kiezen en druk op J om wijzigingen op te slaan en af te
sluiten.
D
Livebeeldfotografie
Afstelling wordt niet toegepast op autofocus tijdens livebeeldfotografie.
A
Opgeslagen waarde
Er kan voor elk type objectief slechts één waarde worden opgeslagen. Als
een teleconverter wordt gebruikt, kunnen voor elke objectief- en
teleconvertercombinatie afzonderlijke waarden worden opgeslagen.
Beschrijving
131
Menugids