Inhoudsopgave
Advertenties
7.2 Storingslijst
Probleem
Geen of weinig luchtdruk
Noodstop
Motoren thermisch niet ok
Werkstop geactiveerd
Werkstop actief
Containertransportmotoren
draaien niet
Containertransportmotoren
stoppen niet
Arm- en vork -motoren werken niet Storing frequentieregelaar
Robot start niet
Blokkercilinder komt te traag uit
Verstek cilinder werkt te langzaam Te weinig lucht
Versie 2016-2
Mogelijke oorzaak
Stop cilinders werken niet.
Een van de noodstop knoppen is
bediend of er zit een breuk in de
kabel.
Een van de frequentie regelaars
heeft een storing.
Een van de motor beveiligingen is
uitgeschakeld door overbelasting of
kortsluiting.
Er staat een container aan het eind
van de baan.
De schakelaar is defect of er zit een
breuk in de kabel of de schakelaar is
bediend.
De werkstop knop is bediend of er zit
een breuk in de kabel.
Werkstop
Containertransportschakelaar of
pulsgever defect
Werkstop actief
Druk te laag van het perslucht
Snelheidsregeling niet goed afgesteld Stel snelheidsregeling af
Handleiding Javo Conventionele Robot
Actie/oplossing
Controleer druk (minimaal 4 Bar).
Controleer of alle noodstop knoppen in
de vrijgegeven stand staan en of de kabel
beschadigd is. Indien schade aan de kabel
of breuk geconstateerd neem contact op
met Javo.
Controleer welke storing de frequentie
regelaar aangeeft, zoek deze vervolgens
op in de "Getting started guide" van de
frequentie regelaar (deze word standaard
meegeleverd bij de machine) en volg de
aanwijzing op die beschreven staan bij de
betreffende storing. Indien de storing niet
verholpen kan worden neem dan contact
op met Javo.
Verwijder de container.
Ontgrendel de schakelaar. Controleer of
de mechanische werking van de
schakelaar correct is en of de kabel
beschadigd is. Indien schade aan de kabel
of breuk geconstateerd neem contact op
met Javo.
Controleer of alle werkstop knoppen in
de vrijgegeven stand staan en of de kabel
beschadigd is. Indien schade aan de kabel
of breuk geconstateerd neem contact op
met Javo.
Controleer ingang 5 of 7
Controleer ingang 9
Controleer storing
Check ingang 13
Controleer alle werkstoppen
Controleer noodstop
Controleer of containertransportsyteem
is gestart
Opraaprobot controleer of alle systemen
zijn gestart
Check ingang 14
Controleer reduceerventiel (6 bar)
Controleer reduceerventiel (6 bar)
23
Advertenties
Inhoudsopgave
