3.4
Typeplaat
De typeplaat bevindt zich op de achterzijde van de buitenunit. Deze be-
vat informatie over het verwarmingsvermogen, artikelnummer, serie-
nummer, productiedatum, type en hoeveelheid koudemiddel.
3.5
Cv-installatie minimaal volume en aanvoer
Een voldoende hoeveelheid energie opgeslagen in het systeem is nodig
om te vaak starten en uitschakelen, onvolledig ontdooien en onnodige
alarmen te vermijden. Energie wordt opgeslagen in de waterhoeveelheid
van de cv-installatie en in de installatiecomponenten (radiatoren en
vloerverwarming).
Voor het ontdooibedrijf van de buitenunit moet een minimaal volume en
aanvoer worden gewaarborgd en permanent aanwezig zijn.
Het minimum volume kan worden geleverd door de open circuits (de
noodzakelijke kleppen/thermostaten moeten altijd volledig zijn ge-
opend) en/of via een buffervat. Voor een optimaal en zo efficiënt moge-
lijk ontdooibedrijf is een aanbevolen volume gespecificeerd.
De minimale aanvoer moet worden gewaarborgd binnen het beschikbare
minimum volume. Wanneer de minimum aanvoer niet wordt gehaald,
moeten aanvullende maatregelen worden genomen, bijv. via een bypass-
klep of parallelbuffervat. Let erop dat wanneer een hydraulische schei-
ding aanwezig is, een extra cv-pomp nodig is.
Onder bepaalde omstandigheden, afhankelijk van de beschikbare opge-
slagen energie in het systeem, kunnen de bijverwarming worden ge-
bruikt om de volledige ontdooiing te waarborgen.
Buitenunit
CS3400iAWS 10 OR-T, 12-14 OR-S/T
Minimum
Vloer/ventilator
Radiatoren
Minimale aanvoer
Tabel 4 Minimaal volume en aanvoer
3.6
Regelprincipe
De regeling van het systeem is gebaseerd op een warmtevraaggestuurde
regeling van het gebouw, veranderen van het compressorvermogen en/
of bijschakelen van de geïntegreerde/externe bijverwarming via de bin-
nenunit. Het bedieningspaneel regelt de buitenunit conform de stooklijn
die is ingesteld. Wanneer de buitenunit de warmtevraag van het huis niet
alleen kan afdekken, start de binnenunit automatisch de bijverwarming,
die samen met de buitenunit de gewenste temperatuur in het huis en
eventueel de boiler genereert.
Cv- en warmwaterbedrijf bij uitgeschakelde buitenunit
De buitenunit zal automatisch uitschakelen en geen warmte voor het cv-
water produceren wanneer de buitetemperatuur onder een bepaalde
waarde ligt, conform de volgende tabel:
Warmtepomp
CS3400iAWS 12-14 OR-S
CS3400iAWS 10-14 OR-T
Tabel 5
In dit geval neemt de geïntegreerde/externe bijverwarming van de bin-
nenunit automatisch de verwarmings- en warmwatervoorziening over.
3.7
Ontdooimethode
De buitenunit werkt met de zogenaamde verwarmingsgasontdooiing.
Tijdens het ontdooien wordt de doorstroming in het koudemiddelcircuit
omgedraaid via een elektrisch geregelde vierwegklep. Het gecompri-
meerde gas van de compressor wordt naar de bovenkant van de verdam-
per geleid, waardoor het ijs aan de buitenkant gaat smelten. Tijdens dit
proces wordt het water in het verwarmingssysteem iets gekoeld. De be-
Compress 3400i AWS – 6721825960 (2022/06)
Aanbevolen
72 l
93 l
28 l
36 l
20 l/min
Minimum buitentemperatuur
-15 °C
-20 °C
nodigde tijd voor het ontdooien hangt af van de hoeveelheid ijs en de bui-
tentemperatuur. Onder de verdamper van de buitenunit dient de bodem
van de behuizing als opvangbak voor het verzamelen van het con-
denswater en ijs.
Wij adviseren bovendien een verwarmingskabel voor de condensaataf-
voerbak en aflooptrechter (accessoire voor doelgerichte condensaataf-
voer) te installeren. De voedingsspanning van de verwarmingskabel
wordt geleverd door de binnenunit.
Productbeschrijving
5