Installatie
Buisafme-
1/4
ting
Flensmoer
13-18
ventielkap
13-20
Draaimo-
ment Nm
Dop onder-
11-13
houdsaanslui-
ting
Tabel 7
Afb. 14 Leidingen verbonden met de buitenunit
De koudemiddelleidingen mogen niet in direct contact met elkaar of met
de wand komen. Al het leidingwerk moet worden geïsoleerd.
1
2
Afb. 15 Aansluiten van de buitenunit op de binnenunit
[1]
Afgedichte leidingen
[2]
Geïsoleerde leidingen
[3]
Buisklem met EDPM bekleding
12
3/8
1/2
5/8
40-45
60-65
70-75
13-20
18-25
18-25
11-13
11-33
11-33
0010036842-001
2
3
Koudemiddelleidingkoppelingen moeten op oppervlakteniveau liggen.
Leidingkoppelingen mogen niet ondergronds worden geïnstalleerd.
5.2.4
Vacuüm, vullen en dichtheidstest
In dit stadium moeten de buisaansluitingen tussen buiten- en binnenunit
compleet zijn uitgevoerd. De lucht die in de koudemiddelleidingen is ach-
tergebleven moet worden afgezogen. Vervolgens moet een dichtheids-
test worden uitgevoerd om mogelijke gaslekken te detecteren.
De procedure voor het afzuigen en de dichtheidstest is hierna beschre-
ven:
1. Reinig de buizen met stikstof.
2. Sluit de vulslangen aan op de lage en hoge zijde van de laadset en de
service-aansluiting van de gas- en vloeistofventielen. Waarborg dat
het uiteinde van de vulslang is aangesloten met de drukpen op de ser-
vice-aansluiting.
3. Sluit de middenslang van de laadset op een vacuümpomp aan.
4. Schakel de hoofdschakelaar van de vacuümpomp in en waarborg dat
de vacuümwaarde ongeveer 30 Pa is (250 micron, 0,3 millibar). Dit
waarborgt dat het koudemiddelcircuit correct wordt ontvochtigd.
5. Sluit de ventielen van de lage en hoge zijde van de laadset en schakel
de vacuümpomp uit. Let erop, dat de naalden in de meters gedurende
circa 30 minuten niet mogen bewegen.
6. Ontkoppel de vulslang van de vacuümpomp en van de service-aan-
sluitingen van de gas- en vloeistofventielen.
7. Zet de doppen op de service-aansluitingen op beide ventielen vast.
8. Verwijder de ventieldoppen op beide ventielen en open deze met een
inbussleutel. Hierdoor worden leidingen en binnenunit gevuld.
9. Monteer de ventieldoppen weer op beide ventielen.
10.Contoleer op gaslekkage aan de vier koppelingen en de ventieldop-
pen. Test met een elektronische lekdetector of met een gasbellekk-
agezoeker.
1
2
3
5
4
3
6
7
Afb. 16 Vacuüm, vullen en dichtheidstest
[1]
Laadset
[2]
vacuümtoestel
[3]
Dop
[4]
Servicekraan
[5]
Gasblok
[6]
Vloeistofventiel
[7]
Buitenunit
[8]
Binnenunit
Compress 3400i AWS – 6721825960 (2022/06)
8
0010036786-001