Inspectie
▶ Werkingscontrole (installatie-instructie van de binnenunit).
Elektrische bekabeling
▶ Controleer de bekabeling op mechanische beschadiging. Vervang
beschadigde kabel.
Meetwaarde temperatuursensor
Waarborg, dat de juiste sensor wordt gebruikt ( installatie-instructie
van de binnenunit). Toepassing van sensoren met andere eigenschap-
pen is problematisch, omdat de regeling dan andere temperatuurwaar-
den ontvangt. Dit kan lichamelijk letsel tot gevolg hebben zoals
verbrandingen, materiële schade veroorzaken door te hoge of te lage
temperaturen en een verminderd welzijn veroorzaken.
8.1
Verdamper
Vuil- of stofafzettingen buiten op de verdamper of op de aluminium la-
mellen verwijderen.
WAARSCHUWING
De dunne aluminium lamellen zijn gevoelig en kunnen door onvoor-
zichtigheid gemakkelijk beschadigd raken. Veeg deze lamellen
nooit af met een doek.
▶ Gebruik geen harde objecten.
▶ Draag veiligheidshandschoenen, om de handen tegen snijwonden te
beschermen.
▶ Gebruik geen te krachtige waterstraal.
Door verkeerde reinigingsmiddelen kan schade aan de installatie ont-
staan!
▶ Gebruik geen producten op zuur- of chloorbasis, omdat deze schu-
rende middelen bevatten.
▶ Gebruik geen bijtende, alkalische reinigingsproducten, zoals bijvoor-
beeld natriumhydroxide.
Verdamper reinigen:
▶ Schakel de buitenunit uit via de zekeringautomaat.
▶ Lamellen met spoelmiddeloplossing besproeien.
▶ Spoel het spoelmiddel af met water.
In bepaalde regio's is het verboden, spoelmiddelen in de grond te laten
lopen. Wanneer in dergelijke regio's de condensafvoerleiding in een kie-
zelbed uitmondt:
▶ Neem voor het reinigen de flexibele condenswaterleiding uit de af-
voer.
▶ Voer de spoelmiddeloplossing in een reservoir af.
▶ Na het reinigen de condensaatafvoerbuis weer aansluiten.
8.2
Sneeuw en ijs
In bepaalde geografische regio's of bij veel sneeuwval kan sneeuw zich
ophopen aan de achterzijde en op het dak van de buitenunit. Omdat deze
sneeuw kan bevriezen moet deze worden verwijderd.
▶ Veeg de sneeuw zorgvuldig van de lamellen.
▶ Bescherm de buitenunit tegen sneeuw.
8.3
Omgang met printplaten
Printplaten met besturingselektronica zijn zeer gevoelig voor elektrosta-
tische ontlading (ESD – ElectroStatic Discharge). Om schade aan de
16
componenten te voorkomen, is daarom bijzondere voorzichtigheid ge-
boden.
VOORZICHTIG
Schade door elektrostatische oplading!
▶ Bij het omgaan met niet ingekapselde printplaten een geaarde arm-
band dragen.
Afb. 20 Armband
De schade is meestal niet direct herkenbaar. Een printplaat kan bij de in-
bedrijfstelling optimaal functioneren en problemen treden vaak pas later
op. Opgeladen objecten zijn alleen in de nabijheid van de elektronica een
probleem. Houd een veiligheidsafstand aan van minimaal een meter tot
schuimrubber, beschermfolie en ander verpakkingsmateriaal, draag
geen kledingstukken van kunstvezel (bijv. fleece truien) en dergelijke,
voordat u met de werkzaamheden begint.
Een op de aarding aangesloten armband biedt een goede ESD-beveili-
ging bij het werken met elektronica. Deze armband moet gedragen wor-
den, voordat de afgeschermde metaalzak/verpakking wordt geopend, of
voordat een gemonteerde printplaat wordt blootgelegd. De armband
moet gedragen worden, tot de printplaat weer in de afgeschermde ver-
pakking wordt gedaan of in een gesloten sturing is aangesloten. Ook ver-
vangen printplaten, die worden teruggegeven, moeten op deze wijze
worden behandeld.
8.4
Pomp het koudemiddelsysteem af
▶ Verwijder de zijafdekking voor toegang tot de ventielen (instructies
voor verwijderen van de zijafdekking zie afb. 12).
▶ Waarborg dat het systeem correct is geïnstalleerd en gereed is voor
gebruik.
▶ sluit de verdeelstukmanometer aan op het serviceventiel aan de lage-
drukzijde (grotere diameter).
▶ Kies de "tt" >> "PD" optie in het ODU HMI-menu.
▶ Na circa 1 minuut verschijnt de melding "Cls Liq" in de HMI. Sluit de
vloeistofservicekraan (kleinere diameter) met een inbussleutel.
▶ Sluit, wanneer de melding "End" verschijnt in de HMI, direct de gas-
servicekraan met een inbussleutel.
8.5
Dichtheidstest
Conform de huidige EU-richtlijnen (F-gasverordening, EC-verordening
nr. 517/2014, van kracht sinds 1 januari 2015), moeten exploitanten
van uitrusting die meer gefluoreerde broeikasgassen bevatten van
vijf ton CO
equivalent en geen onderdeel van schuim zijn, waarborgen
2
dat de uitrusting wordt getest op lekkage. Het koudemiddel is gevaarlijk
voor het milieu en moet afzonderlijk worden verzameld en afgevoerd.
De dichtheidstest moet gedurende de installatie worden uitgevoerd en
vervolgens elke 12 maanden.
▶ Controleer de typeplaat van de buitenunit voor informatie over het
CO
equivalent.
2
▶ Informeer de klant over deze procedure.
Compress 3400i AWS – 6721825960 (2022/06)