6.6 De machine starten
CONTROLEER ALVORENS DE CYCLUS TE STARTEN OF DE RUIMTE EN DE VLOER ROND HET
TE VERPAKKEN PRODUCT VRIJ IS VAN ELK OBSTAKEL EN OF ER GEEN VOORWERPEN OP DE
MACHINE ZIJN ACHTERGELATEN.
NADAT DE CYCLUS IS GESTART, MOET DE OPERATOR ONMIDDELLIJK AFSTAND HOUDEN
VAN DE WERKZONE VAN DE
MACHINE.
A) Bereid de werkcyclus van de machine voor, ontgrendel de noodknop (indien hij werd ingedrukt) en
druk op de knop RESET;
B) plaats de pallet met het te verpakken product in de werkzone, en rijd de machine ernaartoe met
behulp van de handmatig bediende besturingshefboom (5) met de bedieningsknoppen (6) (Fig. 5.7);
C) breng het tastwiel (7) tegen een zijkant van de pallet in de aanslag;
D) verwijder handmatig de folie die uit de spoelrobot komt (8) en maak deze vast aan een hoek van de
pallet.
E) stel de bedrijfscyclus in op het bedieningspaneel;
F) druk op de knop START;
G) zodra de omwikkeling voltooid is, snijdt u handmatig de folie en bevestigt u deze op de pallet;
H) nu is de pallet klaar om te worden opgehaald
6.7 De machine stoppen
De machinecyclus wordt gestopt door op de toets STOP van het bedieningspaneel te drukken.
6-27