Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

4.3.3

PS / MPS2 versie

Bij deze versie van de foliewagen (Fig. 2.7 d) is het mogelijk de spanning aan te passen die moet
worden uitgeoefend op de pallet. Deze foliewagen kan de rekfolie voorrekken. De voorrekwaarde kan
worden aangepast met behulp. De foliewagen is uitgerust met:
- een sensor (4) die verbonden is met de uitgangsrol, die de spanning van de folie op de lading kan
meten.
- twee reductiemotoren die, via de aandrijving van de tandwielen, drie rubberen rollen bedienen (1),
(2) en (3).
- 3 vrijlooprollen met als doel om de omwikkelhoek van de folie op de rubberen rollen te vergroten.
Een specifieke elektronische fiche registreert het signaal van de sensor (4) F13-16 instelling functies in
het bedieningspaneel om actief de snelheid van de frictie van de voorrekrollen en spanning van de
folie te controleren. Door de functies F17-20 wordt de rotatie van rol (1) en (2) geregeld. Het
snelheidsverschil tussen de rubberen rollen (1), (2) en (3) maakt het voorrekken mogelijk. Bij de start
moet de folie worden aangebracht in de foliewagen.
Breng de foliewagen in de lage stand om het plaatsen van de folierol te vergemakkelijken. Druk op de
noodknop om de machine stop te zetten. Plaats de rol (7) op de houder (8). Open het luik en plaats de
folie tussen de rollen volgens het schema in figuur A. Het symbool met de driehoeken duidt aan langs
welke kant van de folie de plakzijde (indien aanwezig) zich bevindt. Het schema A bevindt zich ook op
de foliewagen. Sluit het luik opnieuw en zorg ervoor dat de sloten volledig gesloten zijn.
Ontgrendel de noodknop om de machine te resetten.
4-12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave