Inhoudsopgave
Advertenties
ACCU-ARCHITECTUUR
Accu-architectuur
De accu heeft een modulair ontwerp.
De vermogensmodules maken het mogelijk
om producten op te schalen naar een toepassing
door het toevoegen van extra vermogensmodules
om meer vermogen en energiecapaciteit
te bieden voor een bepaalde assemblage.
De vermogensmodules bevatten lithium-ioncellen,
die afhankelijk van de toepassingsspanningsvereisten
in verschillende serie-/parallelle configuraties worden
gemonteerd. De vermogensmodule bevat ingebouwde
celspanning- en temperatuurmetingen en de
mogelijkheid om de cellen tijdens bedrijf
te balanceren.
De accu wordt beschermd door een functioneel
veiligheidsgekwalificeerd accubeheersysteem (BMS),
dat in een besturingsmodule is verpakt.
Deze besturingsmodule bevat veiligheidscomponenten
en logica voor het regelen van de hoofdschakelaars,
waardoor de werking van de accu in onveilige en
oneigenlijke omstandigheden wordt voorkomen.
De accu, met uitzondering van de kabelboom,
is ontworpen om te voldoen aan IP54.
Veiligheidsvoorzieningen
• Een functioneel veiligheidsgekwalificeerd
elektronisch bewakings- en controlesysteem om
een veilige elektrische werking te garanderen
(spannings-, stroom- en temperatuurlimieten)
• Een veilige uitschakelstrategie om te reageren
als de limieten worden overschreden
(spanning, stroom en temperatuur)
• Een schakelaar- en zekeringenstrategie om de
impact van ongevallen of verkeerd gebruik van
de accu te minimaliseren, zoals kortsluiting
of het uittrekken van de laadstekker onder belasting
• Ongeaard gescheiden laadcircuit
• Speciale punten voor hantering/hijsen
• Speciale ontluchtingsoplossing om de effecten van
de resulterende ontgassing te beperken
• Stalen binnenschaal voor mechanische bescherming
van de accu
Laagspanningsinterfaceklemmen: er zijn meerdere
laagspanningsinterfaces aan de buitenkant van de
besturingsmodule die tijdens de inbedrijfstelling
moeten worden aangesloten, afhankelijk van de
vereisten van de eindgebruiker.
(vervolg)
Laagspanningsinterfaceklem voor opladen:
dit is een vereiste aansluiting voor alle accu's.
Deze interface verbindt de laadadapter met
de besturingsmodule, zodat de vereiste CAN-
communicatie tussen de accu en de lader mogelijk is.
Voertuiginterfaceterminal: deze optionele interface
biedt de mogelijkheid om specifieke integratiefuncties
te bieden als de accu volledig in het bedrijfsvoertuig
moet worden geïntegreerd. De voertuiginterface
is geen vereiste van EnerSys
voertuigfabrikant worden vereist.
• Interlock: hiermee kan het bedrijfsvoertuig een
signaal verzenden om aan te geven dat de accu
moet worden uitgeschakeld.
• Vroeg waarschuwingssignaal (EWS): de accu geeft
10 seconden voor het uitschakelen van de accu een
discreet signaal aan het bedrijfsvoertuig.
• Extern sleutelsignaal: indien geïmplementeerd,
maakt de sleutelbediening van het bedrijfsvoertuig
het mogelijk om de accu in te schakelen.
• Jumper: indien gemonteerd, mag de dop op deze
aansluiting niet worden verwijderd, omdat dit ertoe
kan leiden dat de accu niet meer werkt.
• Als het gebruik van dit signaal als interface met
het voertuig noodzakelijk is en dit niet eerder
met EnerSys
®
op met uw EnerSys
voor ondersteuning, omdat prekwalificatie en een
specifieke kabel vereist zijn.
Bedieningsinterfaceklem: aansluitpunt voor
Y-kabelboom die wordt aangesloten op de
CAN-gegevensinterface (CDI) en de optionele
gebruikersinterfaces.
De laagspanningsinterfaces zijn beveiligd
met een 0,5 A-zekering.
Laagspanningsinterfaceklem voor debugging:
interface gebruikt voor debugging bij
EnerSys
-servicedoeleinden.
®
OPGELET: bij ongebruikte aansluitingen moet de
schroefdraadafdekking worden vastgezet om het
binnendringen van vreemd materiaal te voorkomen.
maar kan door de
®
is besproken, neem dan contact
-servicevertegenwoordiger
®
5
Advertenties
Inhoudsopgave
