PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen oplossen
De accu levert geen stroom aan het bedrijfsvoertuig.
• Zorg ervoor dat de accu is ingeschakeld via
een bedieningsinterface.
• Deactiveer de accu en activeer hem opnieuw.
• Zorg ervoor dat de accu niet op de lader is
aangesloten. De stroom naar het voertuig wordt
tijdens het laden UITgeschakeld om te voorkomen
dat het kan wegrijden van de lader.
• Controleer of er geen actieve fouten in de
gebruikersinterface worden vermeld. Controleer bij
fouten de checklist voor de fout-ID (in de volgende
kolom).
• Inspecteer de stroomkabels naar het
bedrijfsvoertuig om er zeker van te zijn dat ze niet
beschadigd zijn.
• Als de accu OEM-integratie heeft, controleert u
de communicatiekabels tussen het bedrijfsvoertuig
en de accu.
• Neem contact op met uw EnerSys
servicevertegenwoordiger voor verdere stappen
om problemen op te lossen.
De accu wordt niet opgeladen.
• Zorg ervoor dat de lader is ingeschakeld en dat er
geen fouten in de lader zijn. Volg bij een fout in de
lader de instructies in de handleiding van de lader.
• Deactiveer de accu en activeer hem opnieuw.
• Zorg ervoor dat de laadkabels correct zijn
aangesloten op een lader die geschikt is voor
EnerSys
lithium-ion.
®
• Zorg ervoor dat de laadcommunicatiekabel is
aangesloten op de laadcommunicatiepoort.
• Bevestig dat er geen actieve fouten in de
gebruikersinterface van de accu worden vermeld.
Controleer bij fouten de checklist voor de fout-ID (in
de volgende kolom).
• Controleer connectoren, hulppinnen en CAN-kabels
op schade.
• Neem contact op met uw EnerSys
servicevertegenwoordiger voor verdere stappen om
problemen op te lossen.
Geen reactie van de accu bij poging om de CDI
te bedienen.
• Zorg ervoor dat de CDI is aangesloten op de
bedieningsinterface op de accu.
• Controleer of de communicatiekabel tussen de accu
en de CDI niet beschadigd is.
• Neem contact op met uw EnerSys
servicevertegenwoordiger voor verdere stappen
om problemen op te lossen.
Checklist fout-ID en aanbevolen acties.
• Bekijk de CDI of EnerSys
meest recente fout-ID of -ID's. Hieronder vindt u een
beschrijving van de reden voor de weergegeven
fout-ID's, samen met corrigerende maatregelen.
• Als fout-ID 401 wordt weergegeven,
neem dan contact op met uw EnerSys
servicevertegenwoordiger omdat de accu is
geblokkeerd en niet werkt zonder
een servicebezoek.
• Als fout-ID 3 wordt weergegeven, zorg er dan voor
dat de juiste uitschakel-/opstartprocedure voor de
accu en het bedrijfsvoertuig wordt gevolgd:
• 3 – De uitschakeltijd van de accu is overschreden
• Als een of meer van de volgende fout-ID's worden
weergegeven, controleert u de stroomkabels en of
-
er geen problemen zijn met het bedrijfsvoertuig:
®
• 479 – Kortsluiting accu gedetecteerd vanwege
• 7 – Accu wordt onder te hoge elektrische
• 14 – Accu aangesloten op een extern apparaat
• 62 of 63 – De stroomtoevoer naar het voertuig
• Als een of meer van de volgende fout-ID's worden
weergegeven, moet de accu worden opgeladen:
• 39 of 481 – Ontlaadstroomlimiet overschreden
• 45 of 477 – Onderste celspanningslimiet
• 49 – Onderste spanningslimiet accupakket
• 70 – Ondergrens laadtoestand-accu
-
®
• 169 – Laden is nodig vanwege lage laadtoestand.
• 39 of 481 – Ontlaadstroomlimiet overschreden
• Als er een andere fout-ID verschijnt,
neem dan contact op met uw EnerSys
servicevertegenwoordiger voor verdere
probleemoplossing.
-
®
E Connect™-app voor de
®
omdat het bedrijfsvoertuig te veel stroom
verbruikt tijdens het uitschakelen van de accu.
externe bronnen.
belasting AAN gezet.
met een hogere spanning dan toegestaan.
maakt extreem veel lawaai.
vanwege gereduceerde prestatielimieten bij lage
laadtoestand.
overschreden.
overschreden.
overschreden.
vanwege gereduceerde prestatielimieten
bij extreme temperaturen. Plaats de accu in
een omgeving waar deze weer op normale
bedrijfstemperatuur kan komen.
®
-
-
®
15