Advertenties
Telescopische verreikers
D
- Gebruik
Rechter controlebox bestaat uit bedieningsfuncties en geeft bepaalde machinefuncties weer :
• Motorsnelheid
• Motortemperatuur
• Laag brandstofpeil
De stabilisatoren verhogen de stabiliteit en het laadvermogen uitsluitend indien ze op correcte wijze gebruikt
worden. Het gebruik van stabilisatoren op een zachte ondergrond kan leiden tot het kantelen van de machine en
ernstige verwondingen tot gevolg hebben. Controleer altijd of de ondergrond stevig genoeg is om het gewicht van
de machine en de lading te dragen.
De stabilisatorschakelaars ( P208 ) en ( P209 ) zijn voorzien van een controlelampje. De stabilisator kan niet
bewegen als het lampje oplicht. Als het lampje uitgeschakeld is, trekt u de telescopische arm in en verlaagt u deze
totdat het lampje voor het verplaatsen van de stabilisator brandt.
Bij rijden op hoge snelheid of bij rijden over de openbare weg :
• Gebruik uitsluitend de stand "GESTUURDE VOORWIELEN".
• Controleer de uitlijning van de achterwielen : Het controlelampje ACHTERWIELEN UITGELIJND (P192) moet
branden.
De assen moeten opnieuw uitgelijnd worden :
• Bij de aanvang van elke werkdag.
• Minstens één maal per dag.
• Als er tussen de voor- en achterassen een uitlijningsprobleem kan worden waargenomen.
7.1 -
S
CHAKELAAR PARKEERREM
O
.:D
PM
E PARKEERREM WORDT AUTOMATISCH INGESCHAKELD BIJ UITSCHAKELING VAN DE MOTOR
• Naleving activeringsmodus :
• Druk op de onderkant van de schakelaar ( P214 ) om de transmissie te ontgrendelen.
• Druk onder op de schakelaar ( P214 ) om de versnellingstransmissie te ontgrendelen.
• Forceer de activeringsmodus niet door met de machine te rijden als de handrem erop staat.
7.2 -
I
N DE RIJSTAND
• Alle bewegingen van de arm zijn verboden (uitgeschakelde joystick).
• De stabilisatoren en de hellingcompensatie mogen niet gebruikt worden.
• De stuurinrichting schakelt over op de stand 2 aandrijfwielen, ongeacht de stand van de richtings-
chakelaar (met automatische terugkeer van de achteras).
Om over te schakelen naar wegmodus :
• Stabilisatoren moeten volledig opgehaald zijn ;
• Telescoopboom moet omlaag en ingevouwen zijn.
Als deze voorwaarden niet worden nageleefd bij het selecteren van de rijstand, wordt de
translatie onderbroken. Het controlelampje rijstand ( P215 ) knippert om weer te geven dat
niet aan deze voorwaarden werd voldaan. Als de stabilisatoren niet opgeheven werden,
knipperen de controlelampjes van de stabilisatoren ( P208 ) en ( P209 ) eveneens. Als aan
deze voorwaarden is voldaan, gaat indicator ( P215 ) op AAN (knippert niet langer) en wordt
rijden aan een lage of hoge snelheid mogelijk.
4001009890
(P214)
(P215)
E 11. 18
.
NL
133
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Advertenties
