Telescopische verreikers
C
- Controle vóór gebruik
5 - Beveiligingen
Om het personeel en de machine te beschermen, maken de veiligheidssystemen het gebruik van de
machine buiten de werkgrenzen onmogelijk.
Deze beveiligingen blokkeren de machine en neutraliseren de bewegingen.
Bij onvoldoende kennis omtrent de kenmerken en de werking van de machine kan aan een storing gedacht worden
terwijl het een normale werking van de beveiligingen betreft.
5.1 -
A
CTIVERING VAN DE BEDIENINGEN
De bedieningen dienen bevestigd te worden via een "Dodemans" systeem om de diverse
bewegingen te activeren : Druk op de hendel om de beweging in te schakelen en te bevestigen
en beweeg vervolgens de hendel ( P145, P234 ).
5.2 - DETECTIE INTERNE STORING
Het storingslampje knippert om een interne werkstoring aan te geven.
De machine gaat over op de vertraagde stand.
Sommige bewegingen kunnen begrensd of verboden zijn om de veiligheid
van de gebruiker te garanderen.
5.3 - OVERBELASTING
Als de lading op het hulpstuk de maximale toegestane belasting overschrijdt,
kan er geen enkele beweging via de zender van de draadloze bediening
worden uitgevoerd.
Risicoverzwarende bewegingen zijn verboden :
• Dalen van de arm (uitsluitend bij ingetrokken telescoop).
• Uitschuiven telescoop.
Het controlelampje voor het gewicht ( P237 ) knippert en een continu geluidssignaal
waarschuwt de gebruiker.
2 mogelijkheden om terug te keren naar een normale werkstand :
• Verminder de lading om terug te keren naar een toegelaten lading.
• Gebruik de bedieningspost in de cabine om de gondel te laten dalen.
O
.:V
PM
ANAF DE BEDIENINGSPOST IN DE CABINE
RISICOVERZWARENDE BEWEGINGEN VERBODEN
124
4001009890
,
WORDEN ALLE BEWEGINGEN VERTRAAGD EN DE
.
E 11. 18
NL