Telescopische verreikers
D
- Gebruik
1.2 -
C
ONTROLE VAN DE WERKING
1.2.1 - Tijdens de opwarmperiode van de motor
Controleer bij de aanvang van elke werkperiode of bij het wisselen van operator :
• He verwarmingssysteem, ontdooisysteem en de windschermwisser werken.
• Alle verlichting werkt.
1.2.2 - Tijdens het werken van de motor
Controleer bij de aanvang van elke werkperiode of bij het wisselen van operator :
• De handrem en de parkeerrem werken.
• Vooruit of achteruit rijden is correct.
• Alle versnellingen lopen soepel.
• Elke stuurmodus werkt zowel om vooruit en achteruit te rijden als de machine in "neutrale' snelheid
draait.
• De toeter en het back-up alarm zijn te horen binnenin de cabine terwijl de motor draait. Om de toeter
te controleren, drukt u op de knop op de indcatiehendel ( C126 ). Rijd achteruit om het back-up alarm
te testen.
• Alle bewegingen van de boom en hulpstukken verlopen soepel en correct.
• Voer alle aanvullende controles uit (
1.3 -
S
TARTEN MET BEHULP VAN EEN NOODACCU
Als de machine met een booster accu gestart moet worden met jumper kabel, gaat u als volgt
te werk :
• Laat de machines elkaar nooit raken.
• Sluit de (+ ve) accuklem van de ontladen accu aan op de (+ ve) accuklem van de noodaccu.
• Sluit de (- ve) accuklem van de noodaccu aan op de (- ve) accuklem van de ontladen accu.
• Volg de standaard startprocedures op.
• Verwijder na het starten van de machine de kabels in omgekeerde volgorde.
Houd de motorkap tijdens het gebruik van de verreiker gesloten.
Gebruik nooit kabels op een bevroren accu en laad deze niet op
daar het anders kan ontploffen. Veroorzaak geen vonken en
vlammen en rook niet in de nabijheid van de accu. Loodaccu's
geven explosieve gassen af tijdens het laden. Draag een
veiligheidsbril. "Niet-naleving" van deze instructies kan leiden tot
ernstig letsel of overlijden.
126
4001009890
Hoofdstuk F - Smering en onderhoud).
E 11. 18
NL