Menufuncties
! Voor elke signaalbron kunt u een afzonder-
lijke Custom1-curve maken. Als u aanpas-
singen maakt terwijl er een andere curve
dan Custom2 is geselecteerd, worden de
aangepaste instellingen opgeslagen in
Custom1.
! U kunt een algemene Custom2-curve in-
stellen voor alle signaalbronnen. Als u aan-
passingen maakt terwijl de Custom2-curve
is geselecteerd, wordt de Custom2-curve
bijgewerkt.
1
Geef het audiofunctiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 49.
2
Raak Graphic EQ aan in het audiofunc-
tiemenu.
3
Raak c of d aan om de gewenste func-
tie aan te passen.
Powerful—Natural—Vocal—Custom1—
Custom2—Flat—Super Bass
4
Raak de frequentieband aan die u wilt
aanpassen.
5
Raak a of b aan om het niveau van de
frequentieband van de equalizer aan te
passen.
Bereik: +12dB t/m -12dB
# Vervolgens kunt u een andere band kiezen en
daarvan het niveau aanpassen.
De auto-equalizer
De auto-equalizer is de equalizercurve die
wordt gemaakt door de functie Automatische
EQ-meting (raadpleeg Automatische EQ-me-
ting (automatische instelling van de equalizer)
op bladzijde 74).
U kunt de auto-equalizer in- of uitschakelen.
U kunt deze functie gebruiken als er een mi-
crofoon (optioneel) op dit toestel is aangeslo-
ten.
1
Geef het audiofunctiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 49.
2
Raak Auto EQ aan om de auto-equali-
zer in of uit te schakelen.
# U kunt deze functie niet gebruiken als er nog
geen automatische EQ-meting is uitgevoerd.
Sonic center control gebruiken
Met deze functie kunt u het geluid eenvoudig
optimaal instellen voor de luisterpositie.
1
Geef het audiofunctiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 49.
2
Raak Sonic Center Control aan in het
audiofunctiemenu.
3
Raak c of d aan om de luisterpositie te
selecteren.
Bereik: Left:7 t/m Right:7
De loudness aanpassen
De loudness-functie compenseert een tekort
aan hoge en lage tonen bij lage volumes.
1
Geef het audiofunctiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 49.
2
Raak Loudness aan in het audiofunctie-
menu.
3
Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste niveau.
Off (uit)—Low (laag)—Mid (midden)—High
(hoog)
De subwooferuitgang
Dit toestel is voorzien van een in- en uitscha-
kelbare subwooferuitgang.
! Als de subwooferuitgang is ingeschakeld,
kunt u de drempelfrequentie en het uit-
gangsniveau van de subwoofer instellen.
Hoofdstuk
13
51
Nl