Waarschuwingen en alarmen
WAARSCHUWING 59, Stroomgrens
De stroom is hoger dan de waarde in 4-18 Stroombegr..
Controleer of de motorgegevens in parameter 1-20 tot en
met 1-25 correct zijn ingesteld. De stroomgrens kan
mogelijk worden verhoogd. Verzeker u ervan dat het
systeem veilig kan werken bij een hogere limiet.
WAARSCHUWING 60, Ext. vergrendeling
Een digitaal ingangssignaal geeft een foutconditie buiten
de frequentieomvormer aan. De frequentieomvormer is
uitgeschakeld door een externe vergrendeling. Hef de
externefoutconditie op. Om terug te keren naar normaal
bedrijf moet 24 V DC worden toegepast op de klem die is
geprogrammeerd voor Externe vergrendeling. Reset de
frequentieomvormer.
WAARSCHUWING 62, Uitgangsfrequentie op max.
begrenzing
De uitgangsfrequentie heeft de ingestelde waarde in
4-19 Max. uitgangsfreq. bereikt. Controleer de toepassing
om de oorzaak te bepalen. De begrenzing van de
uitgangsfrequentie kan mogelijk worden verhoogd.
Verzeker u ervan dat het systeem veilig kan werken bij een
hogere uitgangsfrequentie. De waarschuwing zal
verdwijnen wanneer de uitgangsfrequentie tot onder de
8
8
maximale waarde zakt.
WAARSCHUWING/ALARM 65, Overtemperatuur stuurkaart
De uitschakeltemperatuur voor de stuurkaart is 80 °C.
Probleem verhelpen
•
Controleer of de omgevingstemperatuur binnen
de limieten valt.
•
Controleer op verstopte filters.
•
Controleer de werking van de ventilator.
•
Controleer de stuurkaart.
WAARSCHUWING 66, Temperatuur koellichaam laag
De frequentieomvormer is te koud om te werken. Deze
waarschuwing is gebaseerd op de temperatuursensor in de
IGBT-module.
Verhoog de omgevingstemperatuur van de eenheid. Het is
ook mogelijk om telkens wanneer de motor wordt gestopt
een minieme hoeveelheid stroom op de
frequentieomvormer toe te passen door 2-00 DC-houd/
voorverw.stroom in te stellen op 5% en 1-80 Functie bij stop.
ALARM 67, Configuratie optiemodule is gewijzigd
Een of meer opties zijn toegevoegd of verwijderd sinds de
laatste uitschakeling. Controleer of de configuratiewijziging
bewust is aangebracht en reset de eenheid.
ALARM 68, Veilige stop actief
De eenheid is uitgeschakeld vanwege het wegvallen van
het 24 V DC-signaal op klem 37. Om terug te keren naar
normaal bedrijf moet 24 V DC worden toegepast op klem
37 en moet de eenheid vervolgens worden gereset.
ALARM 69, Overtemperatuur voedingskaart
De temperatuursensor op de voedingskaart is te warm of
te koud.
64
®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
MG11AH10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Probleem verhelpen
Controleer of de omgevingstemperatuur binnen
de limieten valt.
Controleer op verstopte filters.
Controleer de werking van de ventilator.
Controleer de voedingskaart.
ALARM 70, Ongeldige configuratie frequentieomvormer
De stuurkaart en de voedingskaart zijn incompatibel met
elkaar. Neem contact op met uw leverancier. Vermeld
hierbij de typecode van de eenheid die op het motortype-
plaatje staat en de onderdeelnummers van de kaarten om
de compatibiliteit te controleren.
ALARM 80, Omvormer ingesteld op standaardwaarde
De parameterinstellingen worden ingesteld op de
standaardwaarden na een handmatige reset. Reset de
eenheid om het alarm op te heffen.
ALARM 92, Geen flow
Er is een situatie zonder flow gedetecteerd in het systeem.
22-23 Functie geen flow is ingesteld op alarm. Spoor fouten
in het systeem op en reset de frequentieomvormer nadat
de fout is opgeheven.
ALARM 93, Droge pomp
Een situatie zonder stroming in het systeem, waarbij de
frequentieomvormer op hoge snelheid werkt, kan duiden
op een droge pomp. 22-26 Drogepompfunctie is ingesteld
op alarm. Spoor fouten in het systeem op en reset de
frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.
ALARM 94, Einde curve
De Terugkoppeling is lager dan het setpoint. Dit kan
wijzen op lekkage in het systeem. 22-50 Einde-curvefunctie
is ingesteld op alarm. Spoor fouten in het systeem op en
reset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.
ALARM 95, Defecte band
Het koppel is lager dan de ingestelde waarde voor het
koppel bij geen belasting, wat wijst op een defecte band.
22-60 Functie Defecte band is ingesteld op alarm. Spoor
fouten in het systeem op en reset de frequentieomvormer
nadat de fout is opgeheven.
ALARM 96, Start vertraagd
Het starten van de motor is vertraagd omdat de
beveiliging tegen een korte cyclus actief is. 22-76 Startin-
terval is ingeschakeld. Spoor fouten in het systeem op en
reset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.
WAARSCHUWING 97, Stop vertraagd
Het stoppen van de motor is vertraagd omdat de
beveiliging tegen een korte cyclus actief is. 22-76 Startin-
terval is ingeschakeld. Spoor fouten in het systeem op en
reset de frequentieomvormer nadat de fout is opgeheven.
WAARSCHUWING 98, Klokfout
De tijd is niet ingesteld of de realtimeklok werkt niet. Reset
de klok via 0-70 Datum en tijd.