Opstarten en functionele te...
VOORZICHTIG
Voordat u de voeding naar de eenheid inschakelt, moet u
eerst de volledige installatie inspecteren zoals aangegeven
in Tabel 3.1. Vink deze items af wanneer ze zijn voltooid.
Inspecteren
Hulpapparatuur
3
3
Bekabeling
Stuurkabels
Vrij ruimte voor koeling
EMC-aspecten
Omgevingsaspecten
Zekeringen en stroomonder-
brekers
(Aarding)
Bekabeling voor in- en
uitgangsvermogen
Binnenzijde paneel
Schakelaars
26
®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
Beschrijving
•
Kijk of er hulpapparatuur, schakelaars, werkschakelaars of ingangszekeringen/
stroomonderbrekers aanwezig zijn aan de zijde van de voedingsingang naar de
frequentieomvormer of de uitgang naar de motor. Zorg dat deze geschikt zijn
om bij volle snelheid te worden gebruikt.
•
Controleer de functie en installatie van sensoren die worden gebruikt voor
terugkoppeling naar de frequentieomvormer.
•
Verwijder arbeidsfactorcorrigerende condensatoren van de motor(en), indien
aanwezig.
•
Zorg dat de kabels voor het ingangsvermogen, de motorkabels en de
stuurkabels van elkaar zijn gescheiden of in drie afzonderlijke metalen
leidingen zijn geplaatst om hoogfrequente ruis tegen te gaan.
•
Controleer op gebroken of beschadigde draden en loszittende aansluitingen.
•
Controleer of de stuurkabels zijn gescheiden van voedings- en motorkabels om
ruis te voorkomen.
•
Controleer de spanningsbron van de signalen, indien nodig.
•
Het gebruik van afgeschermde kabels of gedraaide paren wordt aanbevolen.
Verzeker u ervan dat de afscherming correct is afgesloten.
•
Controleer of de vrije ruimte boven en onder de eenheid voldoende is om te
zorgen voor de benodigde luchtkoeling.
•
Controleer op een juiste installatie met betrekking tot elektromagnetische
compatibiliteit.
•
Zie het label op de apparatuur voor de maximale omgevingstemperatuur.
•
De luchtvochtigheid moet 5-95% niet-condenserend zijn.
•
Controleer op het gebruik van de juiste zekeringen en stroomonderbrekers.
•
Controleer of alle zekeringen stevig zijn bevestigd en bedrijfsklaar zijn en of
alle stroomonderbrekers open staan.
•
Voor de apparatuur is een specifieke aardkabel vanaf het chassis naar de
gebouwaarde vereist.
•
Controleer op goede aardverbindingen die stevig vastzitten en vrij van oxidatie
zijn.
•
Het aarden op een leiding of het monteren van de achterwand op een metalen
oppervlak is geen geschikte aarding.
•
Controleer op loszittende aansluitingen.
•
Controleer of de motor- en netvoedingskabels in aparte leidingen zijn geplaatst
of afzonderlijk zijn afgeschermd.
•
Controleer of de binnenzijde van de eenheid vrij is van vuil, metaalsplinters,
vocht en corrosie.
•
Verzeker u ervan dat alle schakelaars en werkschakelaars in de juiste stand
staan.
MG11AH10 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
☑