Inhoudsopgave
Advertenties
HOOFDSTUK 7
OccLUSIE VAN DE INFUUSSET
De pomp is zo ontworpen dat deze herkent wanneer de toediening
van een geneesmiddel onderbroken is door een externe oorzaak,
zoals bijvoorbeeld een knik in de slang van de infuusset en
een daardoor veroorzaakte occlusie. In zo'n situatie stopt de
pomp met de toediening: op het scherm wordt de occlusiestatus
weergegeven, vergezeld door een korte pieptoon; vervolgens
genereert de pomp elke 10 seconden een geluidssignaal. Tijdens
de occlusie wordt de toediening van geneesmiddel onderbroken:
om de infusie te herstellen drukt u op de toets
oorzaak van de occlusie heeft weggenomen.
OPmERKINGEN
•
U dient de oorzaak van de occlusie te controleren langs de infuuslijn en het insteek-
punt.
•
Om het optreden van occlusies te voorkomen of te verminderen, wordt geadviseerd
om een infuusset met (anti-knik) slangen te gebruiken.
BOLUS NA OccLUSIE
Het occlusiealarm gaat af wanneer de pomp een zeer grote tegendruk in de infuuslijn
detecteert; deze tegendruk moet worden verwijderd zonder per ongeluk een bolus na
occlusie vrij te geven, die ernstig letsel bij de patiënt zou kunnen veroorzaken.
Het volume van een
rekening houdend met het gecombineerde volume van de pomp-reservoirconstructie.
WAARScHUWINGEN
•
Het volume van de bolus die afgegeven wordt na een occlusie kan variëren,
afhankelijk van het type katheter, de infuusset en alle overige componenten waaruit
de infuuslijn bestaat.
•
Een ander element dat het volume van de afgegeven bolus na een occlusie zou
kunnen beïnvloeden is de aanwezigheid van lucht in het systeem.
•
Na een occlusiealarm dient u de infuusset los te maken van de patiënt om te
voorkomen dat er een bolus na occlusie aan de patiënt wordt toegediend.
28
S-PID 100
CRONO
nadat u de
bolus na occlusie is ongeveer 4,0 ml, alleen
MAN 01/NL/01 CRONO S-PID 100 06/18
Advertenties
Inhoudsopgave
