DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Druk op het scherm of een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel in
te schakelen.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL INSCHAKELEN op
bladzijde 21. Let op: Het kan maximaal een paar
minuten duren voordat het bedieningspaneel
klaar is voor gebruik.
2. Het startscherm selecteren.
Wanneer u het bedieningspaneel inschakelt, zal
het startscherm verschijnen nadat het bedie-
ningspaneel is opgestart.
Als een training is geselecteerd, drukt u op het
scherm en volgt u de aanwijzingen om de trai-
ning te beëindigen en om terug te keren naar het
startscherm. Indien een instellingenmenu is gese-
lecteerd, drukt u op de terugtoets (pijlsymbool) om
terug te keren naar het startscherm.
3. Voorbereiden op de training.
Druk op Manual Start (handmatige start) en begin
te fietsen. Er begint een opwarmingsperiode.
Voor het gebruiken van de ventilator, zie blad-
zijde 31.
Voor gebruik van een hartslagmonitor, zie blad-
zijde 31.
4. Wijzig de weerstand van de pedalen en de
hellingsgraad van het hellingsvlak.
Druk op End Warmup (opwarming beëindigen) of
fiets tot de opwarmingsperiode eindigt om de trai-
ning te starten.
U kunt de weerstand van de pedalen op de vol-
gende manieren wijzigen:
•
Druk op de toenametoets en de afnametoets
Resistance (weerstand) op het bedieningspaneel.
• Druk op de toenametoets en de afnametoets
Resistance (weerstand) op het rechterhandvat.
• Druk op de weerstandsschuifregelaars op het
scherm.
U kunt de weerstand van de pedalen op de vol-
gende manieren wijzigen.
• Druk op de toenametoets en de afnametoets
Ramp (hellingsvlak) op het bedieningspaneel.
• Druk op de toenametoets en de afnametoets
Ramp (hellingsvlak) op het linkerhandvat.
• Druk op de weerstandsschuifregelaars op het
scherm.
Let op: Als u op een toets drukt, dan zal het
eventjes duren voordat de pedalen het gewenste
weerstandssniveau hebben bereikt of voordat het
hellingsvlak het geselecteerde hellingsniveau heeft
bereikt.
Let op: Om de weerstands- of hellingschuifrege-
laars op het scherm te zien, drukt u op het scherm
op een open plek en drukt u op de bedieningsop-
ties om deze functie in te schakelen.
5. Uw voortgang bijhouden.
Het bedieningspaneel biedt verschillende weer-
gavemodi. Welke trainingsinformatie wordt
weergegeven, is afhankelijk van de weergavemo-
dus die u kiest.
Sleep omhoog over het scherm om de weergave-
modus volledig scherm te openen. Sleep omlaag
over het scherm om de trainingsinformatie-displays
te bekijken.
Druk op de verschillende trainingsinformatie-dis-
plays om meer opties te bekijken. Druk op de
meer-toets (symbool + ) om statistieken of overzich-
ten te zien. Druk op een open plek op het scherm
om nog meer opties voor de weergavemodus te
bekijken.
Indien gewenst kunt u ook
het volume afstellen door
op de toenametoets en
afnametoets Vol (volume)
te drukken.
6. De training pauzeren of beëindigen.
Druk op het scherm en druk op de pauzeoptie, of
stop eenvoudigweg met fietsen om de training te
pauzeren. Druk op de startoptie of begin eenvou-
digweg weer te fietsen om verder te gaan met uw
training.
Als u de trainingssessie wilt beëindigen, drukt u op
het scherm, drukt u op de pauzeoptie en volgt u
vervolgens de aanwijzingen op het scherm om de
training te beëindigen en terug te keren naar het
startscherm.
7. Zet het bedieningspaneel uit als u klaar bent
met oefenen.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL UITZETTEN op
bladzijde 21.
23