9.4.1
2-punts regelaar
Een 2-punts regelaar heeft twee uitgangstoestanden, die afhankelijk van de huidige waarde veranderen. Als de huidige
waarde boven de geparametreerde streefwaarde ligt, wordt de regelgrootte "0" op de bus gezonden. Als de huidige waarde
onder de geparametreerde streefwaarde ligt, wordt de regelgrootte "1" uitgezonden.
Een 2-punts regelaar moet worden ingezet, als de regelgrootte alleen tussen de twee toestanden AAN en UIT moet
wisselen, zoals bijvoorbeeld een elektrothermische klep die op een schakelactor aangesloten is. Een 2-punts regelaar kan
bij grotere veranderingen in de toegevoerde waarden de regel afwijkingen snel compenseren, maar komt daarbij nooit tot
rust.
Om snelle veranderingen van de uitgangstoestanden te vermijden, hebben de 2-punts regelaars altijd in ingebouwde
hysteresis, die om de streefwaarde schommelt. De hysteresis kan in verschillende grootten geparametreerd worden. Als
bijvoorbeeld tijdens de verwarmingsmodus de streefwaarde bij 21°C ligt en de hysteresis bij 1,0 K, dat schakelt de regelaar
in bij het onderscheiden van 20,5°C en bij het overschrijden van 21,5°C weer uit. De in te stellen parameter "Hysteresis"
richt zich enerzijds naar hoe snel de verwarming een ruimte kant verwarmen, of hoe snel de koeling een ruimte afkoelt, en
anderzijds naar hoe de mensen de temperatuur in de ruimte ervaren. De hysteresis moet niet te klein gekozen worden
omdat anders de aangestuurde regelklep te vaak opent en sluit. De hysteresis mag ook niet te groot gekozen worden omdat
anders de temperatuurschommelingen in de ruimte te groot worden.
9.4.2
Permanente regelaar
Een permanente regelaar bezit een zich constant wijzigende regelgrootte, die waarden tussen 0 en 100% kan aannemen. Bij
KNX wordt dit regelgrootte signaal geconverteerd in een 1-byte waarde, dat wil zeggen, de regelgrootte 0% komt overeen
met de waarde "0" en de regelgrootte 100% komt overeen met de waarde "255".
Via een permanente regelaar met 1-byte grote regelgrootte kunnen bijvoorbeeld regelkleppen met elektromotor worden
bediend. Deze zetten via een ingebouwde motor de ontvangen waarde direct om in de kleppositie. Zo kan optimaal geregeld
worden.
Maar de 1-byte regelgrootte van een permanente regelaar kan ook aan KNX-verwarmingsactoren gestuurd worden, die het
1-byte signaal omzetten in een PWM-grootte. Hiermee kunnen elektrothermische kleppen worden aangestuurd. Hierbij kan
het eventueel zinvol zijn, het dynamiek bereik te beperken, omdat de elektrothermische kleppen een bepaalde tijd nodig
hebben om te openen en te sluiten. Dit kan gebeuren met de parameters "Minimale regelgrootte" of "Maximale regelgrootte".
Als bijvoorbeeld een maximale regelgrootte van 80% wordt opgegeven, zendt de regelaar bij het overschrijden van een
regelgrootte van 204 automatisch altijd de waarde 255 uit.
Om onnodige belasting van de bus te voorkomen, kan worden ingesteld hoe groot de wijziging van de regelgrootte wezen
moet voordat deze op de bus mag worden uitgezonden. De instelling vindt plaats in procenten. Het uitzenden van de
stelgrootte, voorzover deze niet is gewijzigd, wordt door een cyclustijd bepaald. Deze cyclustijd moet niet te klein gekozen
worden (bijvoorbeeld om de 10 min.).
KNX Technisch Handboek | 0073-1-7708 | 17