KNX Technisch Handboek
®
ABB i-bus
KNX
9.3.1
Kalibratie
Als de gemeten temperatuur vervalst wordt, bijvoorbeeld door de eigen opwarming van de busaankoppelaar, dan kan een
"Kalibratiewaarde ruimtetemperatuurmeting" worden ingesteld.
Als een aanvullende externe temperatuurwaarde uitlezing werd geactiveerd en de gemeten waarde door koude- of warmte-
invloeden vervalst wordt, kan hiervoor eveneens een kalibratiewaarde worden ingevoerd.
9.4
Regelaar
De ruimtetemperatuurregelaar kan alleen voor "Verwarmen" en alleen voor "Koelen" of voor "Verwarmen en koelen" worden
gebruikt.
Voorzover de ruimtetemperatuurregelaar moet verwarmen en koelen, kan het omschakelen van verwarmen op koelen, of
van koelen op verwarmen automatisch door de ruimtetemperatuurregelaar plaatsvinden. Daarbij detecteert de regelaar
zelfstandig of juist een regelgrootte voor verwarmen of koelen moet worden uitgezonden. Als geen automatische
omschakeling is gewenst, kan het omschakelen tussen verwarmen en koelen door een externe, centrale bediening via het 1-
bit object "omschakeling verwarmen/koelen" plaatsvinden. Bij deze instelling zijn de verwarmings- of koelsymbolen tijdens
de betreffende modus permanent zichtbaar. Het object wordt via de parameter "Omschakelen tussen verwarmen en koelen"
vrijgeschakeld.
De regelgrootte, die voor verwarmen en/of koelen wordt uitgezonden, kan hetzij op een gemeenschappelijk
communicatieobject "Regelgrootte verwarmen/koelen" of op twee individuele communicatieobjecten "Stelgrootte verwarmen"
en "Stelgrootte koelen" plaatsvinden. Bij de benutting van een gemeenschappelijk object is het eventueel nodig aan de actor
te melden of het gaat om een regelgrootte voor verwarmen of koelen. Daartoe kan via de parameter "Omschakelen tussen
verwarmen en koelen" met de instelling "Automatisch en zenden" een 1-bit communicatieobject "Omschakelen
verwarmen/koelen" vrijgeschakeld worden. Bij activering van de bedrijfsmodus Verwarmen wordt een "1" op de bus
gezonden, bij activering van de bedrijfsmodus Koelen een "0".
Een gemeenschappelijk communicatieobject voor verwarmen en koelen is nodig voor de aansturing van twee-
buizensystemen, dat wil zeggen dat het verwarmen en koelen over dezelfde leiding plaatsvindt. Twee individuele
communicatieobjecten worden ingezet voor vier-buissystemen. Daarbij vindt het verwarmen en koelen plaats via
afzonderlijke leidingen.
De parameter "Aantal uitgangskanalen" legt vast of een object ("1 kanaal (twee-buissysteem) bij verwarmen en koelen") of
twee objecten ("2 kanalen (vier-buissysteem) bij verwarmen en koelen)" moet/moeten worden afgebeeld.
Voor verwarmen en koelen kunnen steeds eigen regelingtypen worden geparametreerd. Een van de volgende regelingtypen
kan geselecteerd worden.
•
2-punts
•
PWM
•
Continu
•
Fan Coil
Hierna worden de individuele regelmogelijkheden nauwkeurig beschreven.
16 | 0073-1-7708 | KNX Technisch Handboek