De werkelijke testspanning kan maximaal 10 % hoger uitvallen dan
de door u geselecteerde testspanning.
Een testspanning programmeren
Ga als volgt te werk om een testspanning in te stellen die tussen de
vooringestelde testspanningen valt:
1. Terwijl de tester is ingeschakeld drukt u op F om TEST VOLTAGE
(Testspanning) te selecteren.
2. Druk op U of D om door de opties voor vooringestelde
testspanningen te bladeren (250 V, 500 V, 1000 V, 2500 V, 5000 V en
10.000 V). Selecteer de spanning die het dichtst bij de vereiste spanning
ligt.
3. De geselecteerde testspanning wordt in de rechterbovenhoek van het
display weergegeven.
4. Druk op E. TV=xxxxV wordt knipperend weergegeven in de
linkerbenedenhoek van het display.
5. Druk op U of D om de spanning te verhogen en te verlagen. Druk
niet op E wanneer het juiste spanningsniveau wordt weergegeven. Als u
dit toch doet, wordt de eerstvolgende lagere vooringestelde testspanning
geselecteerd. Druk in plaats daarvan op F om naar het functiemenu te
gaan.
De testspanning kan maximaal 10 % hoger zijn dan de door u
geselecteerde testspanning.
Opmerking
Opmerking
Isolatietester
Metingen
Testspanning
GIH05.EPS
17